De Voorzitter geeft een relaas van iietgeen is voorgevallen,
en deelt mede dat Burgemeester en Wethouders zullen voorstellen
den technisch-ambtenaar te ontslaan.
De heer den Bliek kan zich niet met dit plan vereenigen,
omdat er vele verzachtende omstandigheden kunnen worden aange
voerd.
De heer de Bruijn neemt het liegen tegenover den Burgemees
ter zeerkwalijk.Ook heeft de heer Visser hem bedrogen, daar hij
veertien dagen geleden nog over deze feiten met hem gesproken
heeft, waarbij hij verklaarde voor het aannemen van giften te
passen.
De heer den Bliek is niet voor ontslag ,maar voor een op
te leggen straf en verlaat de vergadering.
De heeren Doorman en de BnrLjn blijven nog eenigen tijd
beraadslagen, waarna de heer Doorman tenslotte het meeste voelt
voor denpersoon in kwestie te handhaven in den geest van den
heer den Bliek, en de heer de ^ruijn verklaart niet met deze re
geling te kunnen meegaan.
Ook deze heeren verlaten de vergadering.
Daarna wordt door het College overeengekomen, dat de Voor
zitter met den heer Visser zal spreken, en hem te wijzen op de
gevolgen van zijn fout, hem ter overdenking overlatende wat hem
te doen staat tegenover eene beslissing van den Raad.
Daarna wordt de vergadering ten aanzien van dit
punt gesloten.