Kort verslag van de besprekingen met de vertegenwoordigers
der Arbeidersorganisaties in de vergadering van Burgemeester
en Wethouders op woensdag 2 Mei 1934» des voormiddags 9/2 uur.
Tegenwoordig is het voltallig College van Burgemeester en
'Wethouders en voorts de heeren Visser en Berger, vertegen
woordigers der Vakorganisaties, W.v.Eck, H.tfijnands en P.C.
Zonneveld.
Secretaris: P.C.Groot, waarnemend.
Be heer Visser deelt mede dat de tegenwoordige regeling
omtrent de tewerkstelling van de arbeiders voor de betrokke
nen minder aangenaam is. De kwestie is n.1. deze. In deze ge
meente was werkverschaffing met Kijkssubsidiewelke Maandag
j.1. stopgezet is, en waarvoor in de plaats is getreden de
tewerkstelling door "Armenzorg". De arbeiders doen thans het
zelfde werk als "in werkverschaffing", doch ontvangen nu een
veel lagere bezoldiging voor den gepresteerden arbeid. Een
hoofd van een groot gezin, 5 dagen tewerkgesteld, ontvangt nu
slechts 5 x f»2,25 is f.11,25» terwijl de kleinere gezinnen
gemiddeld slechts f.6,75 per week ontvangen. Een dergelijk
bedrag is veel te laag, wanneer men in aanmerking neemt dat
aan woninghuur een bedrag van f.5»-- a f»5*25 per week be
taald moet worden. Door de gewijzigde regeling ontvangen de
menschen een veel te geringe uitkeering, en moeten zij gebrek
lijden. Voorts bepleit Spreker het geven van meer productie
ven arbeid. Sprekers vraag is ten slotte wijziging van de be
staande regeling, daar de thans toegekende bedragen veel te
gering zijn voor het levensonderhoud der betrokken gezinnen.
De Burgemeester deelt mede dat men geen afzonderlijke
regeling ten aanzien van ondersteuning van hen, die bij de
werkverschaffing geweest zijn, ican toepassen. Zoodra de werk
verschaffing stopgezet is, werden de betrokkenen verwezen
naar Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze menschen krijgen even
als andere daarvoor in aanmerking komende personen, onder
steuning en moeten daarvoor werk presteeren. Een afzonderlij
ke regeling voor de menschen, waarom het thans gaat, is niet
mogelijk. Een andere kwestie is dat Burgemeester en Wethou
ders kunnen overwegen om de werkverschaffing weder te doen
aanvangen. Men mag dus bij "Armenzorg" geen onderscheid maken
ten aanzien van de steunverleeningDe verschillende aanvra
gen worden door Maatschappelijk Hulpbetoon naar behoefte be
oordeeld.
Be heer Visser merkt op dat het om de navolgende questie
gaat. De menschen moeten nu hetzelfde werk verrichten als
vóór Maandag j.1. Vroeger kregen zij een betere belooning, en
nu worden zij voor denzelfden arbeid minder betaald krachtens
"-armenzorg"
De heer Berger, vertegenwoordiger van het Hederlandsch
Verbond van Vakcentrales wijst erop dat de Armenwet toch
hoofdzakelijk toepasselijk is op hen, die geen volwaardigen
arbeid meer kunnen verrichten. De werkloozenzorg onderscheidt
zich van armenzorg. In dit verband- wijst hij erop dat belang
rijke werken tot stand zijn gebracht in werkverschaffing, en
welke werken productief zijn. Men moet de arbeiders in trai
ning houden, en loon naar arbeidsprestatie geven, en dus niet
naar behoefte. Spreker verzoekt dringend de werkverschaffing
om