Kort verslag van de besprekingen, gehouden in de verga dering van Burgemeester en Wethouders van Soest, dd. ?4 December 1937, met de heeren Vaatstra en van Olst, verte- genwoordigers van de Woningstichting "Ons Belang". ha inleiding door den Voorzitter, zegt do heer van Olst Burge meester en Wethouders c ank voor de hulp en medewerking welke ver leend is voor de verkrijging van het Rijksvoorschot van 1^.200,= voor verbetering van de woningen van "Ons Belang". Het bestuur heeft nu dezer dagen van B.en 7;een bestek ontvangen betreffende de uitvoering van het werk. Het bestuur is bij het opmaken van dit bestek niet geraadpleegd. In eerste instantie is deze zaak wel met den opzichter Dorlas besproken, doch het bestuur heeft geen oordeel kunnen uitspreken over het bestek in zijn definitieven vorm. Het be stuur kan niet accoord gaan met dit bestek. Er komen n.1. dingen in voor, welke niet waren afgesproken. Zoo was met den Inspecteur der Volkshuisvesting, den heer Versluijs, afgesproken, dat het uiterlijk aanzien van alle woningen verbeterd zou worden en dat voorts een bepaald gedeelte dezer woningen een bijzondere verbetering zou on dergaan. Omtrent een verbetering van het uiterlijk aanzien der wo ningen is niets in het bestek opgenomen. De Voorzitter merkt op, dat B.en W. zich op het standpunt stel len dat "Ons Belang" het werk aanbesteedt en derhalve zeggenschap heeft over de besteksvoorwaarden. De heer van Olst zegt dat hem medegedeeld is, dat het bestek in zijn definitieven vorm reeds besproken is met den heer Versluijs. Wanneer nu veranderingen in het bestek noodig zijn, hoe moet dan ge handeld worden? De Voorzitter meent dat de verschillende punten, voorzoover de onderdeelen daarvan betreft, in overleg met den directeur van Ge meentewerken besproken dienen te worden. De heer van Olst zegt dat het in hoofdzaak gaat om de verbete ring van het uiterlijk aanzien der woningen, o.a. het aanbrengen van groote ramen. Deze dienen ook in de overblijvende 14 woningen aangebracht te worden. Wethouder de Bruijn merkt op, dat de Minister niet zooveel in eens verbeterd wenscht te zien. Men wil een bepaald aantal woningen verbeteren bij wijze van proef. Alsdan kan worden nagegaan cf de wo ningen huurders zullen trekken. Spreker concludeert, dat de heer van Olst een uitgebreider proef wenscht. Voorziening van alle wo ningen zal echter niet mogelijk zijn. De heer van Olst zegt dat met den heer Versluijs was afgespro ken, dat de ruiten van alle woningen zouden worden vergroot. Wethouder de Bruijn concludeert dat het definitieve bestek dus niet met "Ons Belang" is besproken. Dit bestek is echter in Den Haag al besproken, en het zal moeilijk zijn daarin veranderingen aan te brengen. Spreker vraagt of het voor "Ons Belang" niet mogelijk is om van de thans naar voren gebrachte wenschen af te zien. De heer van Olst zegt dat men misschien in Den Haag niet heeft opgemerkt, dat in het bestek het door hem bedoelde niet is opgeno men ,7 et houd er de Bruijn zegt dat de Directeur van Gemeentewerken heeft gezegd dat de heer Versluijs zich geheel met het bestek kon vereenigen en alles in orde heeft bevonden. De Voorzitter verzoekt den heer van Olst de gevoerde bespre kingen schriftelijk te bevestigen. Den der leden van hst College zal deze zaak alsdan in den Haag nader bespreken. Wethouder de Bruijn meent dat in den Haag misschien nog wel wat te bereiken valt indien het crediet maar niet verhoogd behoeft te worden

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1937 | | pagina 852