NOTULEN van de vergadering van Burgemeester en wethou
ders gehouden op 3 -Februari 1937, waarin behan
deld is het rapport van den Directeur van Ge
meentewerken Gd. 29 Januari 1937 betrekking heb
bende op het werkverschaffingsobject "verharding
van bermen van wegen".
Voorzitter; Mr.G.Deketh.
Secretaris; J.G.A.Batenburg
Tegenwoordig de beide Wethouders H.J.Gasille en D.A.de Bruijn.
Mede tegenwoordig de Hoofdcommies G.Hospers, chef afdeeling
.Financiën en de Directeur van Gemeentewerken Ir.W.C.van Goor.
De Voorzitter opent de besprekingen met mede te deelen
dat hij in behandeling brengt het rapport van den Directeur
van Gemeentewerken terzake de nieuwe raming van kosten verbon
den aan het werkverschaffingsobject "Verharding der bermen
van wegen". In het rapport van den Directeur wordt gezegd, dat
"meerendeelsdezelfde werken worden begroot als in Juli 1936-
Spreker concludeert daaruit dat dus andere werken in de nieu
we begrooting zijn opgenomen dan in Juli 1936. Er zijn inder
daad afwijkingen behalve omwisseling van enkele wegen. De Di
recteur had van de begrooting 1936 moeten uitgaan.
De Directeur maakt de opmerking dat hij de begrooting
zoo maar niet "mir nichts dir nichts" heeft opgezet, doch dit
serieus heeft gedaan.
De Voorzitter antwoordt daarop dat de oppervlaKtaivan
de te verharden bermen nu zijn gewijzigd, dat de behandeling
van de bermen langs de Wiekslcot in de nieuwe begrooting is
weggelaten, en dat het leggen van een riool in den Krommeweg
is opgenomen. Bovendien heeft het College achtereenvolgens
begrootingen ontvangen ten bedrage van 29.000,=, j .42.000,=
en nu ƒ.62.000,=. Spreker stelt aan den Voorzitter de vraag
waarom in dit laatste plan is afgeweken van dat van Juli 1936»
De Directeur antwoordt dat de begrooting Juli 1936 een
ding is dat nog niet door den Minister is goedgekeurd.
De Voorzitter merkt op dat de begrooting door den Haad
is aanvaard, dus het is een raadsbesluit dat moet worden uit
gevoerd.
De Directeur zegt dat de opmerking van den Voorzitter,
dat de nieuwe begrooting niet klopt erg prettig is. Hij kan
daar tegen aanvoeren, dat hij de zaak zoo heeft opgevat, dat
alleen bermen zullen worden verhard door middel van een teer-
preparaat en geen andere werken. Wat de maten betreft in de
oppervlakten van de bermen erkent Spreker, dat daarin ver
schillen worden geconstateerd. De Dorresteinweg heeft Spreker
zelf opgemeten, doch de overige zijn door een ambtenaar opge
nomen. üp dezen ambtenaar moet Spreker toch aankunnen. Bij het
samenstellen van het nieuwe plan is Spreker uitgegaan van het
standpunt, wat gebeurd is laat mij koud en ik zet de zaak op
nieuw op. Spreker is het zat met dingen voort te gaan die
niet goed zijn. Voorts merkt Spreker op dat de prijzen der ma
terialen zijn gestegen waarmede in de nieuwe begrooting reke
ning is gehouden. Het kwantum materialen is in de vorige be
grooting te weinig geweest. Dit is een fout die hij niet wil
vergoelijken. De oppervlakten van de bermen zijn thans in to
taal 20000 M2. Met het oog op het afwerken van het object