- 3 -
kelen. Dit is verbazend vervelend voor de gemeente. Toen de
afwerking stagneerde is Spreker naar den Inspecteur gegaan,
waar hij vernam dat geen verlenging van het object was aange
vraagd. Het bleek echter dat de Inspecteur daaromtrent een
onjuiste opvatting had, want inderdaad was op tijd door B.en W
verlenging gevraagd. Het gevolg was dat eerst op 1 Februari
j.1. de plannen van Juli 1936 bij de Provinciale advies-com
missie in behandeling kwamen. Inmiddels is aan den Directeur
van Gemeentewerken gevraagd het plan 1935 tot zoodanige pro
porties te brengen, dat de zaak af is, en wat is het geval?
Het College komt tot de conclusie, dat de zaak nog niet geheel
klaar is vanwege verschillen in den opzet der begrooting. Het
College moet dit als een fout aanmerken en is buitengewoon
teleurgesteld, want hij moet vertrouwen kunnen stellen in den
Directeur, üp het oogenblik is een begrooting van den Direc
teur bij hoogerhand ter behandeling ingezonden, die een nadere
begrooting eischt. Het College zit in een inpasse en maakt
een eigenaardig figuur bij hoogerhand.
Zij moeten constateerenaat als hoofd van Openbare «er
ken iemand staat die niet voldoet.
De Voorzitter zegt in alle ernst dat nu reeds drie rap
porten over dit werk zijn uitgebracht en nog kan het College
niet verder. Spreker wijst er aen Directeur op, dat het gaat
over zijn geschiktneidIn vroegere jaren heeft Spreker van
hoogerhand opdracht gehad aan het bestaan van een Directeur
een einde te maken, doch het is thans zoo gesteld, dat weder
om een dergelijke opdracht is te verwachten.
De Directeur zegt de houding van den Voorzitter te be
grijpen. Hij zegt te veel op z^n ambtenaren te hebben vertrouwd,
hetgeen niet meer zal voorkomen. De cijfers van de laatste be
grooting zegt de Directeur te hebben nagerekend. Hij verklaart
er voor borg te staan dat ze goed zijn.
Wethouder de Bru;jn durft deze Cijfers niet in te dienen.
Br is maar een mogelijkheid voor den Directeur om zich te re-
habiliteeren en wel deze, doe alles zelf.
De Directeur verlaat op dit moment de vergadering aange
zien zijn aanwezigheid niet meer noodig is.
Wethouder de Bruijn zegt dat het vertrouwen in den Direc
teur weg is. Andere begrootingen hebben ook geen vertrouwen.
Nu de Directeur gezegd heeft borg te zijn voor de laatste be
grooting, stelt Spreker voor de Heidemaatschappij op te dragen
de begrooting opnieuw op te zetten.
De Voorzitter neemt het standpunt in dat deze zaak voor
het College uit is en dat aan de Heidemaatschappij gevraagd
moet worden een geheel nieuw plan met begrooting samen te
stellen.
Besloten wordt de Heidemaatschappij te verzoeken een ver
tegenwoordiger te zenden in de vergadering van het College
van Dinsdag 9 Februari a.s.
De Secretaris,
De Voorzitter
Typ; T.V.d.W.
Coll;