Vergadering van Burgemeester en wethouders dd. 15 «Juli 193^- Het College is voltallig bijeen. Het rapport van den Directeur van ü-emeentewerken dd. 15 «Juli 19j>Ö No.1541, onderwerp: Aanbesteding Schilderwerk, dat in deze vergadering in behandeling is genomen, ontmoet bij het College ee- nige ontstemming. De wijze waarop de Directeur de inschrijvingen met de inschrijvers heeft behandeld, o.a. door hen te vragen of zij bereid zijn het werk uit te voeren om reden dat de bedragen waar voor is ingeschreven hem te laag voorkomen, verdient afkeuring en is niet zakelijk. Hen en ander is voor den Voorzitter aanleiding den Directeur in de vergadering te laten komen. Den Directeur, in de vergadering aanwezig, wordt door den Voorzitter medegedeeld, dat uit het rapport is gebleken, dat aan alle menschen gevraagd is of zij hun inschrijvingen gestand doen. Hiertegen zegt de Voorzitter moet het College bezwaar manen. Het College kan begrijpen dat de menschen door den Directeur worden getest, maar dan moet zulks indirect geschieden, maar niet in der vorm als is geschied, n.1. door de vraag, is U bereid het werk uit te voeren voor het ingeschreven bedrag. Van de vijf inschrij vers verklaren zich op de desbetreffende vraag drie daartoe be reid Voorts constateert de Directeur blijkens het rapport, met ee- nig genoegen dat de inschrijvingen gestand gedaan worden, Spreker noemt dit gek en vraagt den Directeur of zijn rapport overeenkom stig de werkelijkheid is. De Directeur zegt dat hij altijd de laagste inschrijvers laat komen. Hij noemt nimmer het bedrag der begrooting van het werk, maar stelt hen wel de vraag of zg weten wat zij gedaan hebben. Di] wijls willen de menschen hun fout erkennen en noemen dan hun ver gissing en vragen ontheffing van aanneming van het werk voor het ingeschreven bedrag. Spreker zegt de inschrijvers niet gesuggeree: te hebben. De Voorzitter merkt op dat als hij het rapport goed leest, d< laatste niet door den Directeur gesuggereerd is, maar de anderen wel, daar dezen zich bereid verklaren het werk te leveren. De Directeur erkent de niet juiste formuleering van zijn rap port Wethouder Gasille begrijpt niet dat de Directeur zijn fout ni inziet. Wat hij schrijft moet toch ondoordacht zijn. Spreker kan ni goedkeuren dat de Directeur over deze zaak nog moet lachen. De Directeur merkt op dat de toon van den wethouder anders is dan die van den Voorzitter. Het rapport is niet smetteloos, doch zooals de feiten zich hebben voorgedragen,is het niet, zoo als het College het rapport leest. De /oorzitter voegt den Directeur toe: U zal het bedoelen zooals het in het rapport staat. De Directeur antwoordt: Ja. De Voorzitter merkt op dat cie menschen de inschrijving later niet meer serieus vinden als de opvatting blijft zooals het ge schreven is. Wethouder de Bruijn merkt den Directeur op dat hij het vragen van ontheffing den menschen niet moet voorpraten. De Directeur meent dat wanneer de inschrijvingen belangrijk onder de begrooting zijn er dan redelijk met de menschen te praten valt De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1938 | | pagina 460