De Kapitein zegt dat hij daarom reeds op 21 Dec.j.1. de aanvrage heeft ingezonden. 7ethouder de Bruijn zegt dat het niet gaat om de zaak tegen te werken. Spreker herinnert de Kapitein aan de vorige besprekingen, waarin werd overeengekomen, dat de gemeente een soepele houding zou aannemen en van de zijde der Genie voldoende medewerking zou worden verleei Nu blijkt dat de Genie maar eigenmachtig haar gang gaat. De afspraak lag hier en als gevolg daarvan had alles goed kunnen gaan. De Voorzitter vraagt den Kapitein of hij met het College een is. De Kapitein geeft dan andermaal toe, doch zegt gedacht te hebben dat bij inzending der aanvrage op 21 Dec.j.1. een en ander tijdig genoeg was voor het gemeentebestuur om zich over den bouw uit te spreken. Dan spreekt de Voorzitter nog over de houding van den opzichter Prins, die met het werk is doorgegaan, nu hij den Wethouder niet heeft kunnen spreken. Dit is voor der opzichter geen excuus. Over den kazernebouw sprekende zegt de Voorzitter dat d€ kapconstructies nog niet bij Gemeentewerken bekend zijn. De Kapitein zal een en ander onderzoeken en spoedige inzending der bescheiden bevorderen. Wethouder de Bruijn zegt ten slotte nog dat het hem te genvalt dat niet aan de afspraken gehouden is en hoopt dat zulks in het vervolg zai geschieden. Hierna wordt de bouwvergunning Ds.Ho1/154-7 verleend en eindigt de bespreking. De Secretaris, De Voorzitter,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1939 | | pagina 40