- 2 -
leering toe,dan kannen Gedeputeerde Staten zeggen,wat zij wil
len, doch. dkn houdt "heidebloesem" zich aan de overeenkomst.
«etnouder Gasiile zegt,üat in de overeenkomst staat,Gat
ue weöen aangelegd moeten worden overeenkomstig de voorschrif
ten der bouwverordening. Deze voorscnxiften maken weinig ver-
scnil met ae voorwaardendie gesteld zijn. »,at de rioleering
betreft neeft het College aan Gemeentewerken opgedragen in de
gemeentewegen rioleering aar; te brengen, doch ae aienst zegt,
dat dit nie c moöelgk is,cmdat in den Heideweg ee.i rioleering ont
breekt, terwijl bovendien Gedeputeerde otaten partieele xio-
leerin^ afwijzen en een plan voor de geheele gemeente eischen.
we Secretaris wijst er op,uat de laatste opmerking van
den wethouder niet geheel juist is. we zaak is deze, dat de
uitvoering van rioleering in werkverschaffing slechts dan mo
gelijk is met rijkssubsidie, indien het betreft een partieel
plan als onderdeel van een algeheel plan der gemeente.
he wethouder erkent zich in dit opzicht vergist te heb
ben
oe neer kuijer meent, dat alles voldoende is besproken en
verklaart dat "heidebloesem" naleving van de overeenkomst op
zich neemt en vraagt van net College de normen,waaronder ae
wernen moeten worden uitgevoerd.
he hoofdzaken legt de heer Kuijer vast docir het volgende
goed te keuren.
1. Gasstraatverlichting is Geen bezwaar.
2. Over het leggen van een electrischen kabel voor de huis
ver lichting wil "Heidebloesem" heen stappen.
jj. De trottoirs aan te leggen met een procédé meer in over
eenstemming met het landschap, hiervoor ware haarden te
volgen, omtrent aen aanleg te bepalen,dat de afwerking
eerst plaats zal hebben,ais de bebouwing van den weg tot
stand gekomen is, onverminderd de verplichting tot beta
ling van de kosten,vóór dat met de vcorloopige verharding
wordt aangevangen.
.ae Voorzitter zegt toe deze punten in het College te
zullen bespreken en voorts de voorwaarden aan den wegaanleg
te verbinden, te zullen herzien.
ka beëindiging van de bespreking over de uitvoering van
de overeenkomst bespreekt de heer Kuijer een zaak van geheel
andere strekking.
Het betreft de bebouwing van het groote terrein van
"heidebloesem" gelegen aan de Koekenlaan en de spoorlijn Soest
- den Kolder.
Wanneer net uitbreidingsplan wordt gevolgd,dan mogen aan
de Koekenlaan Huizen gebouwd worden van constructie één onder
één kap, terwijl langs de spoorlijn dubbele huizen gebouwd mo
gen worden. Als men zien deze bebouwing indenkt, aan zal van
uit de Koekenlaan bezien het aanzien op de achtergevels van
de huizen langs de spoorlijn zeer storend werken. Om nu een
goed geheel, aanpassend aan net landschap, te verkrijgen zou
"Heidebloesem", in navolging van methoden in andere gemeenten,
het volgende willen doen en zich daarvoor uitgaven willen ge
troosten. Heze methode is de volgende: Door "heidebloesem"
wordt aan een terzake kundig architect voor hare rekening op
dracht gegeven een plan van bebouwing voor net bedoelde ter
rein te ontwerpen. Dit plan, hieronder de plannen der te bou
wen