- 30 Juni 1952 55c
Het kapitaal van een electriciteitsmaatschappij wordt, naar
spreker meent, eens in de tien jaar omgezet, zodat het een
enorm kapitaal-s-intensief bedrijf is. Het electriciteitsverbruik
is de laatste tien jaar ontzaglijk toegenomen, industrieel,
zowel als per hoofd van de bevolking, terwijl de investeringen
daarmede geen gelijke tred hebben gehouden. Vandaar de moeilijk
heden met de piekuren.
Men staat dus voor zeer grote investeringen, waardoor
de prijs van de stroom zal moeten stijgen, omdat voor hetzelfde
doel een drie maal zo hoge investering nodig is als vo'ór de
oorlog. Nu zou de maatschappij met het verhogen van de tarieven
kunnen wachten tot de investeringen hebben plaatsgehad, maar
na de tariefsverhoging zou het verbruik wel eens dermate kunnen
dalen, dat er meer geïnvesteerd is dan nodig was, zodat men
nodeloos kapitaal zou hebben gebruikt, dat voor de woning
bouw dienst had kunnen doen. Om nu reeds na te gaan wat het
toekomstige gebruik zal zijn, nadat de investeringen hebben
plaatsgehad, heeft men thans de tarieven reeds verhoogd.
De tariefsverhoging is financieel niet direct noodzakelijk,
maar wel economisch, teneinde vast te stellen, waar in de
toekomst het gebruik ligt om op grond daarvan de noodzakelijke
investeringen te kunnen bepalen.
De Raad kan natuurlijk wel een protest laten horen en bij
de P.U.E.M. uiting geven aan zijn bezorgdheid, dat het budget
zou verzwaard worden, niet alleen het huishoudelijke, maar ook
het industriële budget, maar het zou toch niet juist zijn
aan te sluiten bij Amersfoort en Zeist, want de gemeenteraden
van deze beide plaatsen lubben meer recht van spreken tegen
over de P.U.E.M. dan Soest, omdat deze gemeenten vroeger een
eigen electriciteitsbedrijf hebben gehad, dat zij bij contract
hebben overgedaan aan de P.U.E.M.zodat de P.U.E.M. verplicht
is rekening te houden met de gemeenteraden van Zeist en
Amersf 00 rt
Spreker vraagt, of de heer Glemens er mede accoord gaat,
dat het College de redactie van het raadsbesluit opstelt.
De heer CIEMENS vindt dit uitstekend.
De heer OOMS constateerd, dat de afnemers van het electri
citeitsbedrijf niet slechts als proefkonijn, maar ook als beta
lend proefkonijn worden gebruikt.
De heer KRUIJFF zegt, dat het voor de electriciteitsmaat-
schappijen geldende motief ook voor de waterleidingmaatschappijen
en in mindere mate voor de gasbedrijven geldt. De electriciteits
maatschappijen zijn echter in paleizen gehuisvest, soms met
marmer versierd, terwijl waterleidingmaatschappijen in kantoren
zitten, waarvan men zich afvraagt hoe het mogelijk is, dat
daarin een administratie wordt gevoerd. Er is bij de electrici-
teitsmaatschappijen nogal graag met geld gesmeten en nu moet
Sijmen betalen. De waterleidingmaatschappijen zijn zuiniger gewees
ook de niet particuliere. De gezinnen worden nu .zwaar getroffen
vooral doordat zij gevolg hebben gegeven aan de oproep om
alles electrisch te doen. Alles is gedaan om de industrie op
electriciteit te brengen en nu laat men 25$ meer betalen.
De VOORZITTER wijst er op, dat het gemeentebestuur niet
over de vereiste cijfers beschikt om zijn standpunt zakelijk te
motiveren, maar persoonlijk wil hij het voorstel van de heer
Clemens gaarne ondersteunen om bij de P.U.E.M. de stem van het
gemeentebestuur namens de burgerij en het bedrijfsleven te laten
horen.