30 Juli 1952 -
60.
afspraak tussen de Raad en het College, dat eerst vier leden
zullen worden benoemd en daarna een vijfde lid, nadat een
voordracht is ontvangen van de vier benoemde leden.
Mevrouw LANRWEER-de Visser zou gaarne zien, zoals zij
reeds in de commissie heeft voorgesteld, dat het vijfde lid,
als neutraal lid, tot voorzitter zou worden benoemd.
Re wethouder VAN ZARELHOFF zegt, dat in de verordening
nergens van een voorzitter wordt gesproken.
Re VOORZITTER wijst er op, dat het benoemen van een voor
zitter een interne kwestie is voor de commissie zelf.
Mevrouw LANRWEER-de Visser meent, dat de Raad toch de
suggestie kan doen, dat hij het liefst het vijfde, neutrale
lid tot voorzitter benoemd zou zien.
Re VOORZITTER zegt, dat dit inderdaad kdn. Het systeem,
dat nu zou worden toegepast is niet geheel overeenkomstig
de verordening, want daarin staat, dat de Raad moet benoemen
onpartijdige deskundigen.
Mevrouw LANRWEER-de Visser is van oordeel, dat er dan
geen advocaat van de gemeente in de commissie mag worden
benoemd
Re wethouder VAN ZARELHOFE zegt, dat de commissie krach
tens artikel 4 wordt bijgestaan door de rechtskundige raads
man van de gemeente, die, indien hij geen lid van de commissie
is, met raadgevende stem aan al haar handelingen deelneemt.
Men moet aan de twee leden van de zijde der gemeente en de
twee van de zijde der huiseigenaren het recht geven de voor
zitter en de rapporteur te benoemen.
Mevrouw LANRWEER-de Visser zegt, dat de wethouder er
in de commissie mede accoord is gegaan, dat het onpartijdige
vijfde lid zoveel mogelijk tot voorzitter zou worden benoemd.
Re wethouder heeft echter namelijk op de mogelijkheid gewezen,
dat dit vijfde lid niet de benodigde bekwaamheden voor voor
zitter heeft
Re wethouder VAN ZARELHOEE zegt, dat men dit van te
voren niet kan bekijken en hij acht het daarom beter met het
geven van een suggestie te wachten tot het vijfde lid wordt
voorgedragen.
Re heer OOMS kan zich met het prae-advies van B. en W.
wel verenigen, hoewel hij er volstrekt niet enthousiast over
is. Het voorstel is gekomen bij de behandeling van het uit
breidingsplan en spreker heeft een uitspraak van de Raad
gevraagd, omdat er onrust was bij de verschillende eigenaren,
dat zij zich in de Schaderegelingscommissie niet behoorlijk
zouden kunnen laten horen. In dezelfde vergadering heeft
mevrouw Landweer-de Visser voorgesteld twee leden van de
zijde van de huiseigenaren in de commissie te benoemen.
Wanneer dit in de notulen van de desbetreffende vergadering
was vastgelegd, zou de zaak zijn opgelost, maar spreker acht
het onjuist, dat de vijfde, neutrale persoon de voorzitter
zou moeten zijn, hetgeen ook niet in overeenstemming is met
de verordening. Spreker voelt er niets voor op deze wijze
de bevoegdheid van de commissie te beperken. Re onpartijdig
heid van de commissie staat vast, omdat de balans in even
wicht blijft, maar zij behoort vrij te blijven in het kiezen
van een voorzitter uit haar midden.