30 Juli 1952 -
63.
zij kan het niet zelf doen. Voor dit werk zijn in de eerste plaats
aangewezen degenen, die met de jeugd direct contact hebben,
te weten de onderwijzers, en B. en W. hopen dat op iedere school
althans enige leerkrachten zijn, die dit werk willen helpen
dragen
B. en W. stellen zich voor, dat van de filmvoorstellingen
niet alleen op de jeugd, maar ook op de onderwijskrachten een
invloed ten goede zal uitgaan. Spreker heeft reeds een beroep
gedaan op de hoofden der scholen om van harte mede te werken
en daarop mag worden gerekend.
Het zou te kostbaar worden de filmvoorstellingen in de
scholen te geven. Zij kunnen echter op één plaats in de ge
meente door alle klassen worden bijgewoond, waarbij de verschil
lende klassen echter verschillende films te zien krijgen. Alleen
de oudere kinderen worden opgeleid tot natuurwachterZij krijgen
daarvoor een insigne, dat geen bewijs is van bekwaamheidmaar
een bewijs dat men mede wil doen aan het streven om vernielingen
te voorkomen. B. en W. hebben gemeend een kwartje door de
kinderen zelf te moeten laten betalen, om het insigne daardoor
des te waardevoller te doen zijn en te voorkomen, dat er slordig
mede wordt omgegaan en dat het verloren wordt.
Het bedrag van vijf cent v/ordt geheven, niet om er voor de
gemeente een paar tientjes uit te halen, al zijn die welkom,
maar omdat gratis voorstellingen psychologisch iets minder
waarde hebben dan zulke waarvoor men vijf cent betaalt. Zo
nodig kan er vrijstelling van worden gegeven, hetgeen aan de
klasseonderwijzers wordt overgelaten,
De heer VAN WELY zegt, dat hij meer heil zou verwachten van
filmvoorstellingen in alle klassen met het levende woord van
de onderwijzer erbij. Indien zij elders worden gegeven, heeft hij
echter tegen het bedrag van vijf cent geen bezwaar.
De VOORZITTER zegt, dat het geven van filmvoorstellingen in
de scholen te kostbaar wordt, omdat de operateur daartoe meer
dan één dag te Soest zou moeten zijn. Ook de filmtoestellen op
de scholen zouden voor de bescherming van de natuur kunnen worden
gebruikt, maar dit moet worden overgelaten aan de hoofden der
scholen, terwijl het gemeentebestuur wat dit betreft niet te
zeer in details moet treden.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen
87. Voorstel tot vaststelling van een vermenigvuldigingscijfer voor
het schoolgeld U.L.0. (IV-164).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
88. Voorstel tot wijziging van de Salarisverordening (IV-165).
De VOORZITTER neemt namens B. en W. het gedeelte van het
voorstel betreffende de boekhouder terug.
Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
89. Voorstel om het Gratificatiebesluit Rijksambtenaren 1951 van
overeenkomstige toepassing te verklaren op het gemeenteper-
soneel IV-161
90. Voorstel tot wijziging van de instructie van het Hoofd van de
Keuringsdienst van Vee en Vlees IV-163).
Deze beide voorstellen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.