3E Juli 1952
nog niet was geregeld. Dit schijnt nu echter wel het geval te
zijn en daarom v raagt spreker of het niet mogelijk is'deze zaak
thans tot een definitief einde te brengen. Indien de eigenaar
onwillig is om te herbouwen of de ruïne te verwijderen, v raagt
spreker, of de gemeente dit laatste niet op zijn kosten kan
doen.
De heer A.P.HILHORST zegt, dat dat helemaal mooi zou wor
den. Als de Raad meent, dat er onwilligheid in het spel is, moe
hij een rapport vragen van Gemeentewerken om te kunnen be
oordelen, of de schuld van het niet herbouwen werkelijk bij de
betrokkene ligt.
De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede, dat de eigenaar is
aangeschreven op grond van de schoonheidsverordening. Hij heeft
enige jaren gelegen reeds bouwvolume gekregen, maar spreker
weet niet waarom hij daarvan geen gebruik maakt. Op grond van
een bespreking tussen de Directeur van Gemeentewerken en de
eigenaar meent spreker, dat er niet veel kans is op herbouw,
zodat B. en W. de verordening zullen moeten hanteren. Maar
spreker is bereid een rapport te laten opmaken.
De heer KRUIJFF wijst op het ongeluk in de vorige week aan
de Den Blieklaan. Wanneer men ter plaatse bekend is, is er be.
hoorlijk zicht op de spoorlijn, maar het is begrijpelijk, dat ter
plaatse niet bekende personen er een ongeluk krijgen.
Bij de opening van de electrische spoorweg is ontzettend
veel beloofd ter zake het bewaken van onbewaakte overwegen.
Met hangen en wurg en zijn in de kom van Soest-Zuid drie bewaak
te overwegen verkregen, maar er blijft een groot aantal over
wegen over, waaraan niets wordt gedaan. Spreker verlangt geen
afsluitbomen, maar men zou, evenals op de Veluwe wel is ge
beurd, een klein stukje weg langs de spoorlijn kunnen leggen.
Althans aan de Dalweg en aan de Talmalaan behoren enige
voorzieningen te komen.
In Januari is door de Nederlandsche Spoorwegen medegedeeld
dat het voortaan volkomen onmogelijk zou zijn, dat de spoorweg
overgang bij Soestduinen open zou zijn als er een trein passeer
de. Maar een bewoner van de Van Straelenlaan zag de overweg
opengaan en hij was er nog niet over of een sneltrein gleed
er langs. Spreker vraagt, of B. en W. bij de directie van de
Nederlandsche Spoorwegen hebben geïnformeerd, of de bevei
liging in Soestduinen aan alle eisen voldoet, of dat het maar
klungelwerk is geweest.
De VOORZITTER zegt, dat het ongeluk aan de Den Blieklaan
onbegrijpelijk is. Spreker heeft nog niet het rapport van de be
stuurder van de auto, die, naar spreker meent, ter plaatse
Dekend was. Het uitzicht is er bijzonder goed, maar spreker wil
gaarne met de Nederlandsche Spoorwegen overleggen of het moge
lijk is de spoorwegovergang nog duidelijker aan te geven.
Met betrekking tot het gebeurde te Soestduinen zegt
spreker, dat de boom, wanneer het signaal op veilig staat, ten
hoogste een meter naar boven kan gaan. Misschien heeft een der
wachtenden de boom opgetrokken zonder dat de betrokkene dit
heeft gemerkt en dat deze daarop is overgestoken. De tweede
boom was nog gesloten. De zaak wordt nog onderzocht vanwege
de gemeente in overleg met de spoorwegrecherche.
De heer KRUIJFF drukt er zijn spijt over uit, dat hij zijn
vraag aldus heeft gesteld. Zijn inlichtingen waren anders dan
hetgeen de Voorzitter mededeelt en hij had deze inlichtingen