14 November 1952 -
- 101
137» Voorstel tot het verlenen van machtiging aan B&W om kasgelden
h, deposito uit te zetten. (IV-210).
De heer KRUYFF zegt, dat de zware last voor de gemeente,
doordat zij nu geld moet opnemen, terwijl het pas veel later
wordt uitgegeven, hem aan het denken heeft gebracht. Wanneer
een millioen voor een jaar lang in deposito bij een bank wordt
gezet, geeft het een rente van 1-J- h 1-g- <f0. Bij belegging van
het millioen in een staatslening is de rente belangrijk hoger
en wordt er, ondanks de kosten voor aan- en verkoop, een
belangrijke besparing bereikt. Voor één millioen zou de ge
meente bij voorbeeld 1078 obligaties kunnen kopen van de
staatslening 1947 waarvan de koers 92-f- en de rente 3 i° be
draagt. Volgens de door spreker van een bank verkregen in
lichtingen bedragen de kosten van aan- en verkoop, van zegel
en provisie twee maal 5 pro mille of 10.000,zodat het
millioen netto 22.340,opbrengt. Bij het geven van het
millioen in deposito wordt 12.500,-- rente ontvangen, zo
dat met het aankopen van obligaties een voordeel van ƒ.9.840,--
wordt verkregen. Indien dit per 1 December zou geschieden,
wordt het voordeel direct al 1/12 hoger. Een groot voordeel
is, dat wanneer de gemeente tussentijds geld nodig heeft, zij de
obligaties kan verkopen, terwijl bij het tussentijds opnemen van
het geld van de bank de rente van 1-J- vervalt. Bovendien is
men in het geheel niet verplicht het totale bedrag per 31
December 1953 liquide te maken. Het verder zakken van de koers
der obligaties wordt door deskundigen, gezien de huidige posi
tie van de kapitaalmarkt, zeer onwaarschijnlijk geacht. Of
misschien beter obligaties van een andere staatslening dan
die van 1947 zouden kunnen worden gekocht, zou nader kunnen
worden bekeken.
De wethouder VAN DEN AREND wijst op de mogelijkheid van
koersverlies, waardoor het kopen van obligaties wel enigs
zins speculatief is. De voordracht spreekt van een maximum
van ƒ.1.000.000,--, maar dit wil niet zeggen, dat inderdaad
een millioen aan deposito zal worden uitgezet. Naar sprekers
oordeel moet de gemeente niet tot het aankopen van obligaties
overgaan.
De heer KRUYPP vraagt, of de wethouder Nederlandse staats
papieren zo speculatief acht, dat daarvan stroppen zijn te
vrezen
De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat de mogelijkheid
daartoe in ieder geval aanwezig is.
De heer KRUYPP? Ja, als de rentevoet belangrijk zou
stijgen, maar gezien het feit, dat er op het ogenblik kapitaal
genoeg op de markt is, bestaat eerder de mogelijkheid tot
verlaging van de rentevoet. Vele gemeentelijke leningen worden
zelfs overtekend. Het risico is dus niet groot en ten slotte
is er altijd nog een speling van 1
De heer SCHAAFSMA wijst op de mogelijkheid, dat de gemeente
bij het uitloten van de stukken ook nog een winst je boekt.
De heer VAN WELY zegt, dat het zeer aantrekkelijk is voor
de gemeente haar geld in de staatslening 1947 te beleggen, "maar
dat zij zich daarmede toch op een speculatieve weg begeeft.
Toen de koers van deze lening 85 86 was, heeft spreker er
zijn belasting mede betaald. De koers is daarna gestegen,
- maar -