28 November 1952 -
- 110.
hiermede ineens in de Raad te komen. Spreker is pas in Den
Haag geweest om de gehele situatie te bespreken en, had hij
het geweten, dan zou hij ook deze aangelegenheid ter sprake
hebben kunnen brengen, maar die gelegenheid is nu voorbij.
Hier wreekt zich de plaats, waar het schoolbestuur des
tijds heeft gemeend de school te moeten zetten. Er lag een
voordelig stukje grond en daar moest de school maar komen,
op een moment, dat het vliegveld al tamelijk in bedrijf was,
zodat wel was te voorzien, dat het er niet erg rustig zou
zijn.
Spreker acht het het beste dit voorstel aan te nemen,
want het gemeentebestuur is gebonden aan een bepaalde ter
mijn en wanneer die wordt overschreden, wordt het gevraag
de automatisch van kracht. B&W zullen echter ten spoedigste
in contact treden met het schoolbestuur om de zaak onder
het oog te zien, want zij is belangrijk genoeg om te be
spreken voor wordt overgegaan tot de bouw van het nieuwe
lokaal
Het is de vraag, of de militaire autoriteiten enige
interesse voor dit schoolgebouw zullen hebben, omdat het
geheel anders is dan de gebouwen welke de militairen voor
hun doeleinden plegen te gebruiken.
Overigens meent spreker, dat niemand zich tegen het
voorstel van B&W heeft verzet.
De VOORZITTER meent, dat het ook de bedoeling van de
heer Schaafsma is het voorstel aan te nemen om daarne,
zoals ook de heer De Haan heeft gezegd, overleg te plegen
om de kwestie van de Christelijke school te Soesterberg op
andere wijze op te lossen.
De heer SCHAAFSMA zegt, dat er thans op het vliegveld
heel wat anders gaande is dan 25 jaar geleden. De opper
vlakte heeft zich sedertdien uitgebreid van 2 tot 9 km2
De straat, waaraan de school gelegen is, was voor de oorlog
tamelijk dicht en zelfs met winkels bebouwd, maar in de oor
log is er veel verwoest. Drie jaar geleden stond op de be
groting een post voor het verbeteren van deze weg, maar tot
heden toe is die verbetering nog niet tot stand gekomen,
hetgeen bewijst, dat men met die weg eigenlijk geen raad meer
weet
Wanneer de heer Van Wely zegt, dat het rumoer bij de
scholen in Amsterdam en Rotterdam even erg is
De heer VAN WELY: Erger!
De heer SCHAAFSMA: dan is hij daarin abuis.
Het lawaai van het vliegveld is onhoudbaar. In de zomer
zijn er juist aan de zijde van de school 500 tot 1000 va-
cantiegangersdie er de gehele omtrek onveilig maken,
hetgeen voor de kinderen een zeer ongunstige omstandig
heid is. Het is een ontspanningsoord geworden en daardoor
wordt de omgeving er voor een school niet aantrekkelijker
op. In Amsterdam zijn alle scholen afgesloten van de weg.
De heer VAN WELY: Dat is niet waar.
- De -