- 22 December 1952 152. De VOORZITTER, die het complex te Bergen heeft gezien, acht dit zeer aantrekkelijk, maar te duur voor Soest. De kwes tie van het vorderen voor degenen die willen trouwen, gaat alleen het College aan, dat daarvoor alle verantwoordelijkheid moet dragen en deze niet kan afschuiven op de Raad. Vorderen is en blijft een afschuwelijk iets. Voor jong-huwenden zou dikwijls bij ouderen gevorderd moeten worden in de kleinere gezinnen met de grotere huizen. De Vorderingscommissie dient het College van advies over de mogelijkheden tot vordering en deze commissie vergadert geregeld. Er zijn echter in Soest niet zoveel mogelijkheden meer tot vordering, ook tengevolge van het grote aantal samenwoningen. Hetgeen beschikbaar is wordt ge bruikt voor gezinnen, die op straat zijn gekomen of voor ge zinnen met kinderen, die dermate onhoudbaar wonen, dat een oplossing moet worden gevonden. Wij moeten ons, zegt spreker nie bezig houden met de academische vraag, of vordering voor jong-gehuwden urgent is, omdat hiervoor niet voldoende ruimte kan worden gevonden. Dit gaat pas spelen, als de 250 woningen van de heer Kruyff kunnen worden gebouwd en de mensen, die inwonen eruitgehaald kunnen worden. In antwoord aan de heer Clemens zegt spreker niet in het algemeen te kunnen zeggen, dat een gezin na inwoning te hebben gehad verder van inwoning vrij blijft. Maar wel is het zo, dat spreker zich niet verantwoord voelt gezinnen die een lange of zware inwoning hebben gehad, bij voorbeeld gezinnen van oude echtparen bij wie jonge mensen hebben ingewoond die twee of drie kinderen hebben gekregen, onmiddellijk nieuwe inwoning te geven. Dit is geen principe, maar een beleidskwestie. Ieder geval wordt op zichzelf bekeken. Tegen mensen, die niet met zijn beiden een groot huis alleen kunnen blijven bewonen, wordt gezegd zelf eens naar inwoning uit te zien. De huur speelt ook een rol. Velen zijn bereid te verhuren, omdat het voor hen financieel noodzakelijk is. Vorderen is een grof en een uiterst middel. Verder zegt spreker, dat naar het standpunt van B. enW. de particuliere bouw in Soest een kans moet krijgen. Het beeld is echter enigszins scheef getrokken naar de kant van de par ticuliere bouw, doordat de gemeente geen geld had om te bouwen. Door de particuliere bouw zijn er nu althans enige huizen ge komen, terwijl er anders in hot geheel niet zou zijn gebouwd. Inderdaad zal moeten worden gestreefd naar de bouw van 250 woningen per jaar. Het zal echter een beetje moeilijk wor den met de grond en spreker weet niet, of Gemeentewerken het aan kan. Met de bouw van 250 woningen per jaar gedurende enige jaren zou Soest een heel eind door de narigheid heen komen. De vraag is nog, hoe zij worden verdeeld tussen Soestenaren en degenen van buiten, die hier hun werk hebben. Spreker neemt aan, dat de nieuwe bewoners grotendeels Soestenaren zijn, anders schiet men nog niets op. De bevolkingsaanwas van 1 200 is niet zo zwaar. In dit jaar zijn de contact-pensions losgekomen en Zonnegloren heeft zich uitgebreid, zodat het getal van 1200 niet ten volle in reke ning behoeft te worden gebracht. De woningnood is de grootste ramp, die Soest teistert. Voor de woningnood moet alles wijken. Desnoods moeten andere plannen daarvoor worden uitgesteld, want het opheffen van - de -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1952 | | pagina 346