22 Docpmber 1952 1-57.
waarden is voldaan. Het is zeer ten nadele van de gezondheid
van de kinderen, wanneer het onderwijzend personeel de lokalen
veegt, terwijl de kinderen er nog in zitten. De gemeente zou
haa?r eisen moeten stellen en pas wanneer aan die eisen wordt
voldaan, zou de beloning moeten worden gegeven.
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of de premie aan het
personeel dan wel aan de school ton goede komt. Een kleuter
school is geen bewaarschool meer. Zij heeft behoefte aan
materiaal, waarmede de kinderen iets kunnen presteren en
iets kunnen leren. Spreekster geeft de voorkeur aan subsidie
verhoging, die in het belang van de kinderen zal worden ge
bruikt, terwijl het bij een premie voor het schoonhouden van de
scholen nog maar de vraag is, waar het geld naar toe zal gaan.
Mevrouw BUNG-ENER-Odinot acht reinheid van de scholen
wel in het belang van de kinderen, maar wijst er op, dat de
premie voor het schoonhouden niet de kinderen, maar de werkster
of het onderwijzend personeel ten goede komt. De kleuterscholen
moeten hun materiaal aan drukkerijen vragen, zodat subsidiever
hoging alleszins gewenst is.
De wethouder VAN DEN AREND wijst er op, dat van geen enke
le school een verzoek om subsidieverhoging is ingekomen. Dit
impliceert niet, dat men met het bedrag van ƒ.25,toekomt,
maar als de nood zo hoog was, zou men toch wel iets hebben
gehoord. In de afgelopen drie jaar is het subsidie verhoogd
van ƒ.7,50 tot ƒ.25,en het staat te bezien of een verdere
verhoging zou worden goedgekeurd. Baarn heeft altijd een hoger
subsidie gegeven.
De heer VAN WELY zegt, dat de nood der kleuterscholen
zeer hoog is. Als er te veel kinderen in een klas zitten, is
het force majeure. Het schoonhouden van de scholen door het
onderwijzend personeel acht spreker verkeerd, omdat dit niet
in staat is het zo goed te doen als een daarvoor opgeleide
werkster. Nog vóór de rijksregeling tot stand komt - die is
nog toekomstmuziek! - zou spreker het subsidie willen be
palen op ƒ.30,per kind onder de conditie, dat de scholen
behoorlijk worden schoon gehouden.
De heer SCHAAFSMA acht de kleuterscholen een onmisbare
instelling. De ouders der kinderen betalen een behoorlijk
schoolgeld en de leden der schoolverenigingen betalen een be
hoorlijke contributie. Een bedrag van ƒ.30,per jaar en per
kind is wel het minste, dat de gemeente heeft bij te dragen.
Mevrouw POLET-Musier zou wensen, dat de scholen inder
daad door een vereniging werden geëxploiteerd met leden, die
contributie betaalden, maar de meeste kleuterscholen worden
geëxploiteerd door een s tichtingsbestuur en daarmede is men
aan de heidenen overgeleverd, want het stichtingsbestuur
doet wat het wil en de ouders hebben niet*s te vertellen.
Het verschil van mening in de Raad loopt alleen over
de vraag op welke wijze het kleuteronderwijs zal worden gesteund.
Spreekster acht het het beste, ter voorkoming van het uit
sluiten van de werksters, voorwaarden te stellen en wanneer
daaraan wordt voldaan het bedrag uit te keren.
De wethouder DE HAAN zegt, dat men reeds in details
treedt van een regeling, die er nog niet is. De Raad vecht
over luchtkastelen. Er zijn scholen, die niet geholpen
- willen -