- 22 December 1952 158. willen worden en het geld niet zullen besteden voor verbete ring van het onderwijs. Door het automatisme kan een school aan geld worden geholpen, die het niet direct nodig heeft. Het feit, dat geen enkel schoolbestuur om subsidie-verhoging heeft gevraagd, wijst er op dat men inziet, dat de financiële toestand van de gemeente bijzonder precair is en dat er toch geen definitieve oplossing wordt gevonden vóór de wet tot stand is gekomen. Het heeft weinig zin in dit stadium ƒ.5» meer te geven. Daarmede haalt men dit onderwijs niet uit het moeras Wanneer een schoolbestuur geen rekening houdt met de aan wijzingen van het gemeentebestuur, kan dit nu reeds het subsi die inhouden; wanneer 60 kinderen in óén hok worden geplaatst, dat nauwelijks geschikt is voor dertig en daarbij de beschikking hebben over slechts één W.C., is het te dwaas om subsidie te geven. De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat B&W het kleuteronder wijs natuurlijk best een hogere bijdrage gunnen, maar dat de Raad voorzichtig moet zijn met het toekennen van een hoger subsi die. Dit zou de gemeente ƒ.3.500,kosten, terwijl de begroting tot en met is uitgeknobbeld en de post onvoorzien toch reeds ongunstig is. Mevrouw LANDWEER-de Visser: Maar hoe zit het dan met het betalen van de premie voor schoonhouden? De wethouder VAN DEN AREND: Dat moet nog overwogen worden; de wethouder De Haan heeft terecht gezegd, dat dit nog niet aan de orde is. De VOORZITTER wijst er op, dat B&W in hun Antwoord het volgende hebben geschreven: "Wel overwegen wij overleg te plegen met de inspectrice van het kleuteronderwijs om een bedrag op do begroting te plaatsen, dat na ingewonnen advies van de schoolarts en in overleg met genoemde inspectrice zou kunnen worden uitgekeerd als een premie op het schoonhouden der scholen." B&W handhaven dit standpunt. Spreker geeft de heer Van Wely in overweging zijn voorstel aan te houden tot het overleg met de inspectrice van het kleu teronderwijs heeft plaatsgevonden. Het Antwoord is opgemaakt zonder overleg met deze inspectrice. Hetgeen in de Raad naar voren is gebracht is ook niet gebaseerd op een overzicht van het gehele kleuteronderwijs, want degenen die het woord hebben gevoerd, hebben contact met een, twee of drie kleuterscholen, maar zij overzien niet het gehele kleuterscholenbedrijf Wanneer het vereiste bedrag nu van "onvoorzien" kan worden afgenomen, is dit over twee maanden ook nog mogelijk. De hoer VAN WELY vraagt, of het overleg met de inspectrice zo spoedig kan plaats hebben, dat de zaak in de volgende raads vergadering opnieuw aan de orde kan worden gesteld. De VOORZITTER zegt, dat B&W zullen proberen het rapport zo spoedig mogelijk te verkrijgen, maar aangezien dit van een derde moet komen en hij niet weet wanneer de volgende raads vergadering zal worden gehouden, kan hij niet toezeggen, dat de zaak in de volgende raadsvergadering zal komen, want wanneer deze in het begin van Januari zou worden gehouden, zou hij zijn toezegging niet zijn nagekomen. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1952 | | pagina 358