30 Januari 1952 7.
d. huur van grond aan de Burgemeester Grothestraat van de
St.Hypolitusstichting te Delft (V-598)
e. verkoop van een perceel grond aan de Postweg aan Th.H.
de Goede (V-599)
f. wijziging van het raadsbesluit d.d. 16 November 1951?
nr.479 betreffende ruiling van grond met P.C. en P.A.
Kuijer (V-114).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de punten 12 - 14f besloten.
g. aankoop van een perceel grond gelegen aan de Birkstraat
van K.de Boer te Amsterdam.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Commissie voor het
Grondbedrijf en Uitbreidingsplannen met het voorstel
accoord gaat, doch dat een van de leden dezer commis
sie om een andere oplossing heeft verzocht, aangezien
er een nieuwe uitweg op de Rijksweg komt. De Financiële
Commissie gaat met het voorstel accoord.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming tot de voor
gestelde aankoop besloten.
Belastingreclames
De VOORZITTER stelt met betrekking tot dit vroeger
aangehouden punt voor, de aanvankelijk opgelegde aanslagen
te handhaven met uitzondering van die door de heer Schalk
wijk, aangezien er rekening mede dient te worden gehouden,
dat de aangifte in verband met bijzondere gezinsomstandig
heden niet op tijd is gedaan.
Janneer Mevrouw van der SHAN-de Kiewit het woord
vraagt, doet de Voorzitter de vergadering overgaan in een
met gesloten deuren.
Na heropening der openbare vergadering wordt zonder
hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van de
Voorzitter besloten.
Rondvraag
De heer SCHAAFSMA vraagt of verwacht mag worden, dat
het Rijk spoedig een terrein zal aanwijzen voor een kerkhof
op Soesterberg.
De VOORZITi'ER deelt mede, dat de gemeente reeds een
terrein in eigendom heeft verworven voor het aanleggen
van een kerkhof.
De heer SCHAAFSMA vraagt waar dit terrein is gelegen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het ligt aan het ver
lengde van de Oude Postweg, komende van Soesterberg aan
de rechterhand.
De heer SCHAAFSMA meende, dat met het Ministerie van
Defensie nog geen overeenstemming was bereikt.
De VOORZITTER deelt mede, dat deze overeenstemming
reeds lang is bereikt en zegt, dat de zaak ook in de Raad
is geweest.
De heer SCHAAFSMA meent, dat in de Raad slechts is
medegedeéld, dat het Ministerie van Defensie een terrein
aan de gemeente zou afstaan. Hij vraagt wanneer de acte is
gepasseerd en in het kadaster is ingeschreven.
De VOORZITTER zegt dit niet te weten. Het is echter
wel gebeurd. Aangezien het een ruiling met het Rijk betreft,
kan de inspecteur van de domeinen de zaak ambtshalve en
zonder medewerking van de gemeente in orde brengen. Het