9 Mei 1952 22.
er niet zo scherp was toegezien, zou de gemeente woningen
hebben gekregen van een absoluut minderwaardige kwaliteit.
Op het ogenblik is de situatie nog net zo. De ervaring
heeft uitgewezen, dat sprekers twijfel gerechtvaardigd is
geweest en de gehele verantwoording voor de bouw hangt af
van de scherpzinnigheid van de toeziende en controleren-
de ambtenaren. Hiermede legt de gemeenteraad een zeer gro
te verantwoording op het bureau Gemeentewerken. Spreker
weet, dat het bureau Gemeentewerken deze verantwoording
niet schuwt. Hij waardeert dit zeer en hij heeft ten volle
vertrouwen in de eerlijkheid en oprechtheid van deze dienst
Maar hij heeft ook groot ontzag voor de scherpzinnigheid
van de wederpartij, die de gemeente voor allerlei listen
en lagen kan stellen. Dit is een van de redenen, waarom
hij het niet aandurft.
Een tweede reden is de volgende. Bij voor samenwoning
van twee gezinnen bestemde duplexwoningen moet men alles
doen wat mogelijk is om te voorkomen, dat de gezinnen hin
der van elkander hebben. Een van de middelen daartoe is
het leggen van perforavloeren. Die komen in deze woningen
niet voor, zodat er zeer zacht gefluisterd moet worden om
niet precies te horen wat er in de andere woning wordt ge
zegd
Om de kelderkast zou spreker de woningen niet willen
laten vallen, maar wanneer de balklaag op de zolder weg
blijft, is het ook voor de toekomst onmogelijk de loze zol
derruimte te benutten. Ook betreurt spreker het zeer, dat
er geen beton-email wordt gegeven.
Over de andere punten zal spreker zwijgen. Hij heeft
volledig oog voor de ellende tengevolge v^n de woningnood.
Hij is er van overtuigd, dat wanneer hij zich voor zijn ge
weten verplicht gevoelt tegen het voorstel te stemmen,
velen zullen zeggen, dat dit onjuist is. Desalniettemin
durft hij zijn stem aan het voorstel niet te geven. Ook niet
omdat hij vreest, dat de toekomst zal leren, dat deze hui
zen een zeer zware last op de gemeenschap zullen leggen.
Hij betreurt het zeer, dat de Raad op dit moment over deze
uiterst moeilijke en pijnlijke vraag een oordeel moet uit
spreken. Hij kan niet anders zeggen dan; neen.
Mevrouw LANDWEER-de Visser en de heer SCHADDELEE heb
ben de vergadering inmiddels verlaten.
De heer OOMS zegt zijn stem wel aan het voorstel te
zullen geven. Het valt hem moeilijk, maar voor hem preva
leert de grote woningnood. De gemeente neemt met de bouw
van deze woningen en de daarin te investeren bedragen een
zware last op de schouders. Spreker hoopt, dat degenen, di
een woning zoeken en geholpen moeten worden, zullen be
seffen, dat het gemeentebestuur de grote ernst van het
woningtekort inziet en daarom een dergelijk verstrekkend
moeilijk besluit kan nemen.
De heer CLEMENS onderschrijft volkomen hetgeen de
heer Ooms heeft gezegd.
De wethouder van ZADELHOFF merkt op, dat over het
voorstel niet veel meer is te zeggen. De zaak is doorge
praat. Hij wil nog slechts mededelen, dat alsnog bereikt
is kunnen worden, dat op de helft van het aantal huizen
een zolderbalklaag zal worden aangebracht, zodat in ieder