20 April 1953 42.
Aangezien de Rijkswaterstaat nog niet gereed is met de grondaf-
standen en de baan, waarin de riolering moet worden gelegd,
vragen B&W bovendien nog een crediet van ƒ.8.000,dat
alleen zal worden besteed, wanneer de zekerheid bestaat, dat
het weer van het Rijk terugkomt.
Re heer SCHAAPSMA vraagt, of het werk aan de laagste in
schrijver is gegund en of het College enige kijk heeft op de
oorzaken van het verschil tussen de raming van ƒ.33.000,en
het bedrag van ƒ.25.000, waarvoor, naar hij veronderstelt,
de laagste inschrijver heeft ingeschreven.
Re wethouder VAR ZARELHOFR wijst er op, dat de gunning
eerst kan plaatshebben, nadat de Raad heeft besloten het cre
diet toe te staan en dit besluit door Gedeputeerde Staten is
goedgekeurd. Re lage inschrijving is hedenochtend door Gemeente
werken gecontroleerd, omdat aanvankelijk aan een fout is ge
dacht, maar de aannemer heeft beweerd, dat hij het werk voor
dit bedrag kan klaar maken.
Re VOORZITTER deelt mede, dat Waterstaat zal beginnen met
het aanleggen van de voetpaden in de Torenstraat en pas daar
na met de hoofdrijbaan. Getracht zal worden de uitvoering zoda
nig te doen plaatshebben, dat het verkeer doorgang kan vinden.
Spreker stelt voor het adres van de belanghebbenden dienover
eenkomstig te beantwoorden.
Rit voorstel van de Voorzitter en ook het voorstel van
B&W worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
46. Voorstel tot verlenging van de termijn, binnen welke een be
slissing moet worden genomen op het verzoek van H.L. Labberton
en H.A.A. van Nievelt om weg No. 35, voorkomende op de wegen
legger, aan het openbaar verkeer te onttrekken (1-284).
Rit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
47. Voorstel tot verhoging van de subsidie aan de kleuterscholen
voor het jaar 1953 (1-283).
Mevrouw BUNGENER-Odinot juicht de subsidieverhoging voor
het kleuteronderwijs, en niet voor het schoonhouden van de
scholen, van harte toe. Re subsidie komt niet ten goede aan de
schoolbesturen, omdat de onderwijskrachten in het bezit van de
akte A of B een hogere vergoeding zullen moeten ontvangen,
maar uiteindelijk komt het wel aan het onderwijs ten goede.
Wanneer een school niet uitkomt met de subsidie van ƒ.25,
per leerling, zal in deze toestand door dit voorstel echter
geen verandering komen. Spreekster vraagt, of hetgeen hier
wordt voorgesteld niet aan alle scholen kan worden gegeven,
omdat anders het euvel blijft bestaan, dat de schoolbesturen
niet kunnen rondkomen.
Re heer VAN WELY deelt mede in de Onderwijscommissie tegen
dit voorstel te hebben geageerd. Re redactie van het stuk is
ook niet helemaal zuiver .Wanneer daarin bij voorbeeld staat
dat de vergoeding aan de besturen wegens aktebezit met 100^
wordt verhoogd, leest spreker daaruit, dat wanneer nu ƒ.200,
voor het bezit van een akte wordt gegeven, later ƒ.400,zal
worden gegeven. Indertijd heeft spreker voorgesteld het sub
sidie van ƒ.25,te verhogen tot ƒ.30,-- en de gemeente toe
zicht te laten uitoefenen op het schoonhouden van de scholen.
Ran zouden de scholen meer leermiddelen en speelmateriaal kun
nen kopen of andere hoog nodige uitgaven kunnen doen. Uit het
door verschillende kleuterscholen ingezonden stuk blijkt duide-
- lijk, -