20 April 1953 47. Mevrouw BUNGENER-Odinot acht het een plicht van de overheid te zorgen, dat het monument er kan komen» De plaats acht spreekster echter niet geschikt» De heer ZOETELIEF zegt uit piëteit tegenover degenen voor wie het monument wordt opgericht te zullen stemmen voor het voorstel van B&W. Hij heeft echter overwegend "bezwaar tegen de plaats. De heer SGHAAFSMA kan zich voorstellen, dat het comité zich ten slotte zag geplaatst voor een taak, die het hij het begin van het werk niet heeft kunnen voorzien» Hij vraagt, of alle gemaakte plannen uitsluitend voor rekening van het comité zijn of dat ook anderen daarin medezeggenschap hebben. Wanneer dit het geval is, zou spreker gaarne van B&W een uiteenzetting hebben. Voor het overige is spreker van oor deel, dat de Raad zijn stem voor dit crediet heeft uit te brengen. Alleen wanneer de plaats naast het gemeentehuis en kort bij het station wordt gehandhaafd, zal hij ertegen stemmen, omdat hij die plaats ongeschikt acht» De heer VAN WE1Y heeft zich er over verwonderd, dat er zoveel kosten bijkomen en zich afgevraagd, of dat werkelijk nodig is. Als redenen worden genoemd: de hogere kosten van de steen, de gestegen vervoerkosten en de onjuiste calcu latie van de beeldhouwer. De hogere kosten van de natuur steen en van het vervoer zijn echter niet opgegeven en daar om kan spreker niet voor het voorstel stemmen. De beeldhou wer moet zich z.i. houden aan het door hem opgegeven be drag. Dat iemand, die door de Griffie als een bekwaam beeld houwer is opgegeven, zich verrekent, kan spreker zich moei lijk voorstellen. Hij vindt het een onverkwikkelijke geschie denis en kan er zijn stem niet aan geven. De heer R. HILHORST zegt, dat wanneer bij de Raad de indruk is gewekt, dat het comité niet voorzichtig is ge weest met de gang van zaken, dit aan het comité zelf ligt, want uit de ter inzage gelegde stukken is de Raad niets wijzer geworden. De Raad v/eet niet, hoe men aan het bedrag van ƒ.20.000,komt. En hoe is het mogelijk, dat de beeld houwer zo'n groot bedrag verkeerd gecalculeerd heeft? Had het comité niet een volledig overzicht kunnen geven van de oorzaken, waardoor men zo in het nauw is gedreven? Daar heeft de Raad toch recht op? Mevrouw YAN DER SWAN-de Kiewit vraagt, of er met de beeldhouwer een contract is gemaakt. Het maakt een rare indruk, wanneer men iets aanneemt voor een bepaald bedrag en achteraf meer vraagt. In zaken zegt men: Daar heb ik niet mee te maken. Spreekster kan zich met het voorge stelde bedrag beslist niet verenigen. De VOORZITTER zegt, dat hier van een lijdensweg kan worden gesproken. Er is een blaam geworpen op het comité en er zijn enige opmerkingen gemaakt, die naar sprekers oordeel voortspruiten uit het niet volkomen begrepen heb ben van de materie, waarom het gaat en waarin opheldering mogelijk is. Inderdaad wordt de verhouding tussen de bijdrage van de burgerij en die van de overheid, die toch al ongunstig lag door deze grote subsidie van de gemeente, nog ongunstiger. - Het -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 150