- 20 April 1953 53*
Mevrouw POLET-Musler vraagt, of er op mag worden ge
rekend, dat het toegankelijk wordt gemaakt, welke vraag
door de VOORZITTER "bevestigend wordt beantwoord.
De voorgestelde aankoop wordt teruggenomen.
c. aankoop van een perceel grond, gelegen in het uitbrei
dingsplan "Van lenneplaan" van H.W. de Ridder (V-1342);
d. aankoop van een perceel grond voor verbreding van de
Eigendomweg van Mevr. CBurgman-van den Deijssel
(V-1348);
e. aankoop van een perceel grond nabij het Raadhuis van de
N.V. Nederlandse Spoorwegen (V-1236, zie raadsstukken
dd. 23 Februari 1953);
f. aankoop van grond, gelegen aan de z.g. Zandlaan, ge
deeltelijk in gebruik als woonwagenkamp, van Mej. G-.
Tensen csV-1353)
De sub c, d, e en f voorgestelde besluiten worden
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
g. Verkoop van industrieterrein, gelegen aan de Beckeringh-
straat, aan O.L. Zimmermann te Soest (V-1354)»
De heer R. HILHORST verzoekt het College streng toe
te zien op het nakomen van de bepalingen inzake afraste
ring en beplanting.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Het voorgestelde besluit wordt daarop zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
h. Verkoop van een industrieterrein, gelegenaan de
Beckeringhstraat aan J.V. Meyer (V-1357).
Het voorgestelde besluit wordt zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming vastgesteld.
60. Voorstel tot het verlenen van een zakelijk recht aan de
P.U.E.M. voor het hebben van hoogspannings- laagspannings-
en telefoonkabels in de Generaal Winkelmanstraat en de
Generaal Spoorstraat te Soesterberg (V-1356).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
61 Voorstel tot het verlenen van een crediet als bijdrage in
de kosten van beschikbaarstelling van een hulpsecretarie
en meubilering daarvan, ten behoeve van de door de waters
nood getroffen gemeente Oosterland.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat de gemeente Soest,
tezamen met Baarn, Rijssen en Eemnes, de gemeente Ooster
land heeft geadopteerd. Een ambtenaar van de Afdeling
Financiën van de gemeente Soest, de heer Weeda, is in
Oosterland gedetacheerd om het gemeentebestuur aldaar door
de achterstand tengevolge van de evacuatie heen te helpen.
Er zijn een paar oude archiefkasten en een brandkastje ge
leend, omdat er geen gelegenheid was geld op te bergen.
De Secretarie van Oosterland is ondergebracht in een klein
Zeeuws arbeidershuisje te Bruinisse, bestaande uit een
kamer, een keukentje en een zolder. In die ene kamer
werken de ambtenaren en komen de bezoekers, die de secre
taris of de burgemeester moeten spreken, terwijl het nog
drukker is dan in normale tijd. Aangezien d eze situatie,
waarbij ordenend werk onmogelijk is, niet kan voortduren,
bestaat de wens een loods als hulpsecretarie in Bruinisse
op te richten, die later dienstbaar kan worden gemaakt
- aan -