28 Mei 1953 59-
Voor de benoeming in de drie commissies worden uitge
bracht 17 stemmen, waarvan 1 blanco en 16 op de heer Po Boer,
zodat de heer Boer is benoemd, die zich bereid verklaart de
benoeming te aanvaarden»
Vaststelling van een nieuw uitbreidingsplan in hoofdzaak
voor het gedeelte der gemeente, gelegen ten zuiden van de
spoorlijn Utrecht-Amersfoort (1-293/1397)»
De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede, dat naar aan
leiding van een gedachte in de commissievergadering met de
heer Van Embden overleg is gepleegd over het geven van een
andere bestemming aan het perceel van H. van Burgsteden,
maar dat de heer Van Embden geen andere oplossing ziet.
De heer A.P» HILHORST: Mag hij er niet op bouwen?
De wethouder VAN Zadelhoff zegt, dat hij dit inderdaad
niet mag. Er is moeilijk een huis te bouwen, omdat er geen
weg loopto Met de bestemming daartoe is de man niet gebaat,
doch wordt slechts een illusie gewekt, omdat, wanneer de
weg in het wegenfonds zou worden opgenomen, een zbdanige
storting daarin zou moeten plaats hebben, dat de bouw toch
niet zou kunnen worden verwezenlijkt. De heer Van Embden
heeft met de Griffie overleg gepleegd over de bestemming
voor een klein agratisch bedrijfje, maar het is bezwaarlijk
kleinere bedrijven dan van één hectare toe te laten.
De heer A.P» HILHORST zegt, dat de grond door Van
Burgsteden is gekocht om er een huisje te bouwen, waarin
hij zijn laatste levensjaren zou willen doorbrengen. De grond
wordt voor hem nu echter waardeloos. Is het niet mogelijk,
dat de gemeente deze grond overneemt en de heer Van Burg
steden daarvoor in de plaats een s tuk grond krijgt, waarop
hij wel kan bouwen?
De wethouder VAN ZADELHOFF wijst er op, dat de mili
taire bestemming er nu afgaat en de bestemming bosbouw
wordt, die er al enige jaren op heeft gezeten zonder dat
daar ooit bezwaar tegen is gemaakt. De heer Van Burg
steden kaneen beroep doen op de schadevergoedingsregeling;
dan kan worden nagegaan welke rechten er tijdens de koop
ten aanzien van het terrein bestonden.
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of het niet moge
lijk is de heer Van Burgsteden ontheffing te verlenen.
De heer CLEMENS zegt, dat de heer Van Burgsteden in
de veronderstelling heeft geleefd, dat hij tot zijn levens
einde op het boerderijtje zou kunnen blijven z itt en. Nu de
gemeente het heeft gekocht en hij eruit moet, heeft hij het
terrein gekocht met het voornemen er een huisje neer te
zetten, waarbij hij wat kippen zou kunnen houden om in zijn
onderhoud te voorzien. Met een schadevergoeding komt hij
er niet en hij is achter in de zestig»
De heer A.P. HILHORST herhaalt de vraag, of grond
ruil met de gemeente niet mogelijk is» Alle door de man
getroffen voorzieningen zijn nu te vergeefs en dat is
toch wel heel erg voor iemand op die leeftijd, terwijl
een schadevergoeding niet kan opwegen tegen de nadelen
als hij geen huis kan zetten»
- De -