28 Mei 1953
63»
De heer BOER meent, dat de eigenaren de door de Duit
sers gemaakt klinkerstraat moeten onderhouden, maar de
VOORZITTER deelt mede, dat zij hem slechts als zandweg
behoeven te onderhouden, waarop de heer BOER verklaart
bevredigd te zijn»
Het voorstel van B&W wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
69» Verzoek van het Hoofd van het Bureau Aanleg, Beheer en
Onderhoud van Vliegvelden (B.A.B.O.V.) te Amsterdam tot
onttrekking aan het openbaar verkeer van enige op het vlieg
veld Soesterberg gelegen wegen, met voorstel van B&W
(1-292/1393)
Het voorstel van B&W wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Op haar verzoek verkrijgt mevrouw Bungener-Odinot
aantekening, dat zij geacht wenst te worden t egen het voor
stel te hebben gestemd, omdat het ten gunste van oorlog
is
70. Voorstellen tot vaststelling van:
a. een verordening tot wijziging van de verordening,
houdende aanwijzing van een gedeelte der gemeente Soest,
bestemd voor het oprichten, hebben of gebruiken van
enige inrichtingen, vallende onder de Hinderwet
(1-289/1375)
b. een verordening, als bedoeld in artikel 26, lid 1 der
Vleeskeuringswetzulks onder intrekking van de ver
ordening van 27 Mei 1949 (1-288/1380).
/„Deze voorstellen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
71o Voorstellen tot vaststelling van:
a. een vacantieregeling, als bedoeld in artikel 5 der
Winkelsluitingswet 1951 voor de kruideniers (1-290/
1376);
b. idem voor de slagers (1-294/1401).
De VOORZITTER deelt mede, dat de firma Albert Heijn
zich na het uitgaan van dit voorstel tegen deze vacantie
regeling heeft verklaard. Mede in verband met een zeer
onlangs ingekomen brief van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken achten B&W het het doelmatigst de thans voor
gestelde verordeningen alleen te doen gelden voor de aan
staande zomer»
De heer R. HILHORST wijst er op, dat het personeel
van de kruidenierswinkels volgens de bestaande c.a.o. zes
aaneengesloten vacantiedagen moet hebben. De hier voor
gestelde twee maal drie dagen zijn dus niet in overeen
stemming met de c.a.o» Spreker vraagt, of de werknemers
hierin wel zijn gekend en of de werkgevers deze zaak wel
met de werknemers hebben besproken
De VOORZITTER weet niet, of de ondernemers ter zake
met hun personeel overleg hebben gepleegd, maar zij zul
len zich moeten houden aan de c.a.o. Het is voor hen een
zaak van interne regeling en zij zijn vrij de hier voorge
stelde drie vacantiedagen voor het personeel met drie
dagen te verlengen. Het gemeentebestuur moet daar buiten
blijven. Als een werkgever zich in moeilijkheden stort
- in -