28 Mei 1953
Dit is, zo zegt hij, eigenlijk geen agendapunt, maar een
handeling, die wij aan het einde van onze vergadering toch
willen doen. Wij willen hier even stilstaan "bij het feit,
dat dit de laatste vergadering is, die de heer Batenburg
als Secretaris van deze gemeente heeft medegemaakt.
Ik kan mij voorstellen, mijnheer de Secretaris, dat U
gedurende Uw ambtsperiode meermalen Uw gedachten hebt laten
gaan naar dit moment, dat moest komen, en dat U vooral in
de laatste maanden daarmede bezig bent geweest, het moment
dat U afscheid zou nemen van Uw werkkring, waarbij behoort
het afscheid nemen van de gemeenteraad. Nu is dit ogen
blik gekomen, waarop wij nuchter moeten beseffen, dat het
einde van Uw ambtelijke loopbaan is genaderd, dat een punt
gezet moet worden achter al Uw activiteiten als eerste
ambtenaar van deze gemeente. Vele zijn de gevoelens die bij
ons allen, maar bij U en de Uwen in het bijzonder, naar voren
komen. Daar zal zijn de weemoed om het loslaten van een werk
kring, die met liefde verricht werd. Daar is het zachte
verdriet vaneen besef, dat onze kracht vergankelijk is en
dat op de zomer vele herfstdagen volgen. Maar het is toch
in de eerste plaats dankbaarheid, dankbaarheid, dat gij Uw
ambtelijke loopbaan tot het volle einde hebt mogen aflopen,
dankbaarheid dat wij deze dag met elkander mogen hebben,
zoals wij hem hebben, dankbaarheid voor het vele goede, dat
wij in de afgelopen jaren van U hebben mogen ontvangen.
Bij Uw veertigjarig jubileum als Secretaris hebben wij
volop gelegenheid gehad de verschillende aspecten van Uw
werk als Secretaris en als burger te belichten. U heeft
zich ook altijd burger van deze gemeente gevoeld, d.w.z.
iemand die zich bewust is van zijn burgerrechten, maar niet
minder van zijn burgerplichten. Het is niet nodig dit nog
maals te doen, daar het in deze kring zeker wel bekend mag
worden verondersteld. Maar laat ik er in het kort toch
nog iets van mogen zeggen en daarbij de hulp inroepen van
de Gemeentewet, de voor U zozeer vertrouwde wet. Deze wet
omschrijft de werkkring van de Secretaris in een kort
artikel; Hij is de raad, burgemeester en wethouders, de
burgemeester en de commissiën van de raad in alles, wat
het hun opgedragen bestuur aangaat, behulpzaam.
Het lijkt mij niet mogelijk nog korter een dergelijke
omvangrijke werkkring te omschrijven. De behulpzaamheid,
de hulpvaardigheid kan op zovele wijzen geboden worden,
dat hier een prachtige mogelijkheid tot ontplooiing ligt
voor hem, die kansen weet te benutten.
Welnu, Secretaris, wanneer ik nu verklaar, dat U
tenvolle aan Ihorbecke's beeld van de Secretaris hebt be
antwoord, dan is U daarmede grote hulde gebracht.
Het spreekt vanzelf, dat de Raad U zeer dankbaar
is voor Uw hulp en toewijding. Meer dan veertig jaar
heeft U de gemeente gediend, waarvan ruim 33 jaar als
Secretaris. Soest en Secretaris Batenburg zijn twee be
grippen, die bij elkander zijn gaan behoren. Dat moet nu
veranderen. Vandaar die weemoed. Het wordt nu niet meer
- Soest -