28 Mei 1953
Soest met Secretaris Batenburg, maar Soest en oud-Secretaris
Batenburg. Maar zij blijven bij elkander, want zij behoren bij el
kander, zij zijn samengegroeid.
Het verheugt mij in deze zaal aanwezig te zien mevrouw
Batenburg en enige van Uw kinderen. Thuis wordt natuurlijk wel
het een en ander over het werk door de Secretaris verteld en
belicht zoals hij het zag en ongetwijfeld hebt U thuis medege
leefd met de teleurstellingen en ook met de goede zijden van het
secretarisambt en van de gehele gang van de gemeente. Het ver
heugt mij, dat Uw Vrouw en enige kinderen hier aanwezig zijn om
er getuige van te zijn hoezeer wij het werk van de Secretaris
hebben gewaardeerd. De Secretaris heeft met zijn nooit aflatende
liefde voor Soest, zijn optimisme, zijn blijmoedig karakter, steeds
weer met nieuwe mensen moeten samenwerken. In een lange reeks
van jaren zijn de figuren, waarmede samengewerkt moest worden
nogal eens gewisseld, maar de Secretaris Batenburg was daarbij
het verbindende element en kon bij de opvolging van de diverse
generaties zijn waardevolle adviezen doorgeven.
Secretaris, wij zouden op dit moment ontzettend veel naar
voren kunnen halen en nog lang kunnen uitweiden over het werk,
dat U heeft verricht en de persoon, die U bent geweest. Ik ge
loof niet, dat dat goed zou zijn en in de veel kleinere kring
van het College heb ik daartoe al enigszins gelegenheid gehad.
Maar als de Raad U vaarwel zegt, U dank zegt voor alles wat U
heeft gedaan, willen wij daar toch aan verbinden de oprechte
wens, dat het U bij Uw pensionnering goed moge gaan, dat Gods
zegen U nabij moge zijn en dat het U gegeven zal zijn met Uw rijke
levenservaring ook voor anderen nog een zegen te zijn en, zij het
op ander terrein, de Soester gemeenschap te kunnen dienen, want
ik weet, dat dat zozeer met U gehele leven verweven is, dat
het, wanneer U dat niet zou kunnen doen, een grote teleurstel
ling voor U zou betekenen. Moge het U goed gaan, Secretaris!
Niet alleen de huidige leden van de Raad, maar ook de vele
andere die er voor hen geweest zijn - en U heeft ontelbaar veel
raadsleden zien passeren - zullen aan U als Gemeentesecretaris
steeds terugdenken als aan een man, die altijd gereed stond te
helpen. De hulpvaardigheid, waarvan sprake is in de Gemeente
wet, heeft U ten volle tot uitdrukking gebracht en U heeft dat
gedaan als iemand, die dag en nacht klaar stond om de belangen
van Soest te verdedigen en op de bres te staan als die werden
aangevallen.
Secretaris, moge het U na Uw afscheid als Gemeente
secretaris goed gaan! Misschien heeft de Pensioenraad gedacht
aan U een goede te hebben, omdat U gedurende Uw lange ambte
lijke loopbaan jaren lang heeft gestort. Ik hoop van harte,
dat het voor hen een teleurstelling zal worden, dat zij een
heel slechte aan U zullen hebben en dat U zeer lang van Uw
pensioen zult mogen genieten!
Wij hebben als Raad en gemeentebestuur natuurlijk in de
eerste plaats ambtelijk met elkander te maken gehad, maar daar
naast is in de dagelijkse omgang het persoonlijke van evenveel
waarde als het zakelijke. Wanneer wij alleen maar zakelijk met
elkander zijn, mag het allemaal goed zijn, maar dan leven wij in
een ijskoude maatschappij. En juist in de persoonlijke omgang,
- waarin -