21 Juii 1953 89. tot ontwikkeling worden gebracht. Wanneer men werkelijk het werk van de architecten ziet als eenstuk Nederlands cultuurwerk staat vast, dat dit moet ge beuren door mensen die een vrije positie in het maatschappelijk leven innemen, terwijl daarbij de mensen in overheidsdienst in tweede instantie aan de beurt komen. Vandaar dat spreker ver zoekt, dit stuk niet zonder meer voor kennisgeving aan te ne men. Behalve door de Bond van Nederlandse Architecten is dit stuk ondertekend door de Stichting Raad van Bestuur Bouwbe drijf. Dit is een organisatie van zeer respectabele burgers, die niet minder dan 20.000 leden omvat en waarmee men dagelijks in contact komt. Ook hier heeft men weer het vrije bedrijf, dat zich moet handhaven naast het overheidsbedrijf. Spreker is van mening, dat ook de Raad van de gemeente Soest de plicht heeft de aannemers in het vrije bedrijf, niet alleen wat betreft de bouw van huizen, maar ook van waterbouwkundige werken en alles wat daarmee samenhangt, te respecteren en hij kan er zich niet mee verenigen, dat dit stuk zonder meer voor kennisgeving wordt aangenomen. Zou het College bereid zijn dit stuk te be antwoorden en de Raad duidelijk te maken, in welk opzicht het gevraagde practisch in de gemeente te verwezenlijken zou zijn? Misschien zou dit kunnen worden opgedragen aan de Directeur van Gemeentewerken, die tevens de ingekomen bouwaanvragen be oordeelt. In feite moet het bouwbedrijf in particuliere handen zijn en heeft de overheid de taak te controleren wat op het ge bied van bouwwerken uit de burgerij wordt aangeboden. De over heid kan daar aanmerkingen op maken en wijzigingen in voor stellen, maar heeft pas in laatste instantie de taak het zelf te doen. Spreker ziet een controverse tussen het vrije bedrijf en hetgeen door Bouw- en Woningtoezicht en Gemeentewerken in dit opzicht wordt gedaan en hij acht het wel van belang, dat de Raad enig nader inzicht krijgt in de practische mogelijkheden, die voor de vrije architecten en aannemers naast de nu eenmaal on vermijdelijke gemeentelijke dienst open staan, opdat tegenstel lingen worden vermeden en harmonisch kan worden samengewerkt Mevrouw POLET-Musler merkt op, dat dit stuk blijkbaar niet tot de vrouwelijke raadsleden is gericht, zodat zij zich hier buiten wenst te houden. De heer KRUIJFE zegt, dat het heel vreemd zou aandoen, wanneer het particuliere initiatief, als het inderdaad zou overgaan tot het bouwen van woningen of woningcomplexen, voor het ontwerpen en bouwen daarvan een beroep zou doen op de ge meentelijke instanties. Het schrijven behelst het bezwaar, dat het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken geschiedt door over heidsinstanties. Wanneer echter het particuliere bedrijfsleven zich niet geroepen gevoelt door grote werkobjecten in het gro te tekort aan vooral arbeiderswoningen te voorzien, is het niet juist deze werken, wanneer de gemeente ze uitvoert, in handen te geven van particulieren. Spreker gelooft niet, dat één particuliere bouwer in Soest een particuliere dan wel woning wetwoning anders dan door particuliere bouwkundigen heeft doen uitvoeren. De wethouder VAN ZADELHOFF vraagt naar aanleiding van het betoog van de heer Schaafsma, of er meer raadsleden zijn die iets meer gedocumenteerd dan hij het uit het hoofd kan doen, dus door middel van een rapport, over deze zaak willen worden ingelicht. - Men -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 234