25 Aug. 1953
103.
Dit besluit wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld.
117. Voorstel tot deelneming in de Stichting tot bevordering
van de Schooltandverzorging in het Gooi en Omgeving
(1-329).
De VOORZITTER deelt mede, dat de Financiële Commissie
in meerderheid met het voorstel accoord gaat, maar dat een
harer leden er bezwaar tegen heeft.
Mevrouw BUNGENER-Odinot richt een woord van waarde
ring tot B&W voor het tot stand brengen van dit voorstel.
De heer BOER zegt, dat ook in deze Raad gelukkig nog
een vrije wedstrijd der gedachten mogelijk is. Als hij straks
tot de conclusie moet komen, zijn stem aan dit voorstel
niet te kunnen geven, is dat niet uit oorzaak van vitterij
of van animositeit tegen de eminente wethouder van onder
wijs, maar omdat het het resultaat is van een gevestigde
overtuiging.
In de stukken is sprake van schooltandverzorging.
Heeft de school werkelijk tanden, dan moet zij die in dit
geval eens laten zien, want hier gaat het niet over het
lichamelijk welzijn van het KIND, maar van het SCHOOLkind.
Dat geniet in deze eeuw, tenminste in Nederland, een on
gemene belangstelling. Hier treft men een "Deutsche
Gründlichkeitaan: hoofdinspecteurs, inspecteurs, in de
grote steden nog onderinspecteursinspectricesinspec
teur algemene dienst, inspecteur B.O., inspecteur onder
wijsopleiding, bouwkundig inspecteur, inspecteur lichame
lijke opvoeding, gesecondeerd door zijn consulenten. Dan
komen in zeer vele plaatsen nog gemeentelijke inspecteurs
en commissies van toezicht, geflankeerd door commissies
tot wering van schoolverzuim en als sluitstuk de ouder
commissies. Het bijzonder onderwijs heeft daarenboven nog
zijn besturen en eigen inspecteurs en ook oudercommissies
Spreker wil niet beweren hier geen enkele toezichthoudende
instantie te hebben vergeten. Volledig is hij in elk geval
niet, want op sommige plaatsen heeft men ook nog dames
comité 1 s
Naast dat wel iets meer dan ampel toezicht is er nog
de schoolarts, met een of meer assistenten of bijgestaan
door een of meer verpleegsters.
Nu ook hier de tandarts. Wat een liefde voor het
SCHOOLkind! Zo gauw het de school binnentreedt op zes-
èt zevenjarige leeftijd, soms reeds op 3-g-jarige leeftijd
op de kleuterschool, staat letterlijk een schare van ge
dienstige geesten gereed om in sneller tempo dan huis
vrouwen en dochters enige jaren geleden renden naar het
distributiekantoor voor een kousenbonnetje, het kind met
hun grote toegenegenheid te omringen. Maar zit in die on
stuimige, veelsoortige belangstelling niet iets belache
lijks? Is hier de Hollandse nuchterheid niet zoek? Daar
komt nog bij, men vergete dat niet, dat zo'n schoolkind,
met andere, wettelijk gevangen gezet in een aangewezen
ruimte, zich voor die overdreven belangstelling niet uit
de voeten kan maken en zich evenmin kan verdedigen met
opmerkingen als: "Vader is niet thuis" of; "Het komt
Vader vandaag niet gelegen". Die overbelaste belang
stelling, ongetwijfeld gedreven door uitnemende bedoelingen,
- mede -