30 October 1953 143. c„ de wijk Soest-Zuid met uitzondering van het gedeelte opgenomen in het partiële uitbreidingsplan Van Lenneplaan; d. een gedeelte gelegen rondom de oude N.H.Kerk; e. enige percelen, gelegen aan en nabij het Kerkpad N.Z. en het Kerkpad ZZ. f. de percelen, kadastraal bekend als sectie A, Nr. 3253 (van Weedestraat) en sectie H, nrs. 6442, 6443, en 2654 (Middelwijkstraat) aan welke percelen bij de goedkeuring van het uitbreidingsplan Rijksweg Soest door Gedeputeerde Staten de goedkeuring is onthouden. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 169. Rondvraag. De heer VAN ANDEL zegt, dat de directeur van het gas bedrijf per 1 Februari 1954 ontslag heeft gevraagd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hij vraagt, of er reeds pogingen zijn ondernomen om deze functionaris te vervangen. De wethouder VAN DEN AREND deelt mede, dat er een oproeping van sollicitanten is geplaatst. De heer VAN ANDEL brengt voorts het monument voor de gevallenen ter sprake. De VOORZITTER zegt, dat hierover wel een en ander is mede te delen, maar dat hij dit liever in besloten vergade ring wil doen. Mevrouw LANDWEER-de Visser informeert naar de klok op het V.VV.-huisje De wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat het uitblijven van de klok het gevolg is van een controverse tussen Tensen en Gemeentewerken over de vorm van de klok, maar dat Tensen zijn toezegging gestand doet. Mevrouw POLET-Muslerwetende, dat de woonruimteverde ling bij de wet aan het College van B&W is opgedragen en diep doordrongen zijnde van het feit, dat dit een zeer teer en niet minder kwetsbaar punt is, wil toch gaarne het volgen de opmerken. Er zijn de laatste weken in enige analoge gevallen verschillende beslissingen genomen. Hoewel dit misschien voor een gedeelte op de onderbezetting van de dienst gescho ven kan worden, is de fractie van de P.v.d.A. hierdoor ern stig verontrust. Spreekster vraagt dan ook, of het College bereid is over te gaan tot instelling van een adviescommissie uit de raad, opdat dergelijke dingen in den vervolge zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. De VOORZITTER wijst er op, dat het College is belast met de verdeling van de woonruimte en dat het daaromtrent geen verantwoording is verschuldigd aan de Raad, die met deze zaak geen bemoeiing heeft. De verdeling van de woonruimte is echter een dermate ingrijpende kwestie, dat de burgerij zich daaromtrent vanzelfsprekend tot de raadsleden wendt. Daar door worden de raadsleden tegen wil en dank voortdurend met het vraagstuk geconfronteerd. Op sprekers voorstel is twee jaar geleden besloten een informele commissie samen te stellen uit de raadsfracties, welke commissie op min of meer geregelde tijden kennis zou nemen van de beslissingen van het College en gelegenheid had wensen en suggesties naar voren te brengen. Op deze wijze hadden de raadsleden gelegenheid hetgeen onder de bevolking leeft naar voren te brengen zon der dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid werd verplaatst. - Dit -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 340