30 November 1953 - - 151 het terrein geschaad kunnen worden, omdat men wel eens iets zou kunnen willen bouwen, dat voor het bedrijf niet exploitabel is. Bij het nemen van een beslissing inzake de bouwvergunning dient er naar sprekers oordeel re kening mede te worden gehouden, dat de eigenaresse van het terrein al,-zovele jaren de dupe is geweest, doordat zij haar bedrijf niet heeft kunnen uitoefenen. Spreker wil niet beweren, dat in zo'n geval iedere aanvrage zou moeten worden goedgekeurd, maar hij meent toch, dat in zo'n geval door de Schoonheidscommissie of door het College aan de betrokkene bijstand behoort te worden verleend, waardoor het mogelijk wordt gemaakt er weer een renderend bedrijf te vestigen. De wethouder VAN ZADELHOF? deelt mede, dat het ver lenen van een bouwvergunning de taak is van het College van B&W, maar dat dit zich ten aanzien van het aesthe- tische laat voorlichten door de Schoonheidscommissie, die een adviescommissie is. De heer Hilhorst moet worden toegegeven, dat B&W ten aanzien van het terrein op Nieuwerhoek zeer nauw lettend zijn. De eigenaresse heeft een of twee jaar na de oorlog een ontwerp laten maken door een zeer goed architect, wiens plan onmiddellijk is goedgekeurd. Toen echter bleek, dat de kosten twee maal zo hoog waren als door de architect aangegeven, is het niet uitgevoerd. Daarna is door iemand anders diverse malen gepoogd een plan voor dat terrein goedgekeurd te krijgen hetgeen uiteindelijk is gelukt. Dit plan is echter niet doorgegaan, doordat degene, die daarmede bezig was, elders in de gemeente een ander bedrijf heeft opgezet. De laatste tijd is de eigenaresse weer met een plan bezig geweest, waarvan zij ten onrechte heeft gemeend, dat het in de vergadering der Schoonheidscommissie was geweest, Spreker heeft haar aan de hand van de no tulen echter aangetoond dat dit niet zo is. Het is een maal in de vergadering geweest en afgekeurd op volkomen goede gronden. B&W zullen natuurlijk wel vrij streng zijn ten aanzien van het terrein op Nieuwerhoek, omdat het een ingangspoort is van Soest. Anderzijds zullen zij geen overdreven eisen stellen, waardoor een economisch verantwoord plan onmogelijk zou worden gemaakt. De heer R. HILHORST is van oordeel, dat rekening dient te worden gehouden met hetgeen er is geweest en met de mogelijkheden waarover de eigenaresse van het terrein beschikt, aan wier oorlogsschade-uitkering ver schillende eisen zijn verbonden. Men kan toch niet de eis stellen, dat er een gebouw moet komen, dat niet te exploiteren is. Het is een ingang van Soest, maar er staan niet zulke kapitale gebouwen en het aanzicht is niet zo geweldig. Misschien zou het College de be trokkene richtlijnen kunnen geven. Het voorliggende plan kan nooit het eerste plan van de architect zijn, want hij heeft er op aandrang van de Schoonheidscommissie of van het College van B&W dingen in getekend, die hij zelf niet wil. Spreker bedoelt dus, dat het College bij een dergelijk object duidelijk moet zeggen wat het wil, waarbij het ook rekening dient te houden met de mogelijk heden voor de mensen, die er moeten bouwen om hun brood - te -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 356