30 November 1953 156.
De VOORZITTER dankt de wethouder zeer voor diens duide
lijke en uitvoerige uiteenzetting.
Dat B&W niet rnet een statistiek en getallen omtrent de
behoefte aan bepaalde soorten woningen zijn gekomen, spruit
gedeeltelijk voort uit het feit, dat spreker persoonlijk
daaraan niet zoveel waarde hecht, omdat iedere statistiek en
staat een abstractie is van de werkelijkheid en er ontzettend
veel afhangt van de vraag welke factoren men er in tot uit
drukking laat komen. Daardoor kan een statistiek, al wil
spreker niet zeggen, dat zij niet betrouwbaar is, sterk in
een bepaalde richting worden opgevoerd.
Toen spreker Zaterdag kennis kreeg van het verwijt van
mevrouw Polet, heeft hij nagegaan, hoe op het ogenblik de
werkelijke behoefte is van de meest urgente gevallen. Maar
omdat men bouwt voor een periode van 50 a 100 jaar, moet men
behalve met de urgentie van dit moment van grote woningnood,
ook rekeping houden met de urgentie over 30, 40 en 50 jaar.
Uit deze twee tezamen moet men proberen te komen tot een ver
antwoord bouwplan.
Buiten het Huisvestingsbureau om heeft spreker een
kleine administratie gemaakt van de urgente gevallen, die te
zijner kennis zijn gekomen, hetzij op zijn spreekuur, hetzij
door brieven van doktoren, van het consultatiebureau of van
anderen. .Aangenomen mag worden, dat dit de meest urgente ge
vallen zijn, omdat die immers voor spreker niet verborgen
blijven. Deze administratie betreft 161 gevallen, die spreker
heeft geclassificeerd naar de grootte van de gezinnen. Hij
heeft er geen rekening mede gehouden, of een gezin, als de
woning er stond, er wel voor in aanmerking zou komen, want
er zitten ook maatschappelijk onaangepaste gezinnen tussen,
middenstandsgezinnen e.d. Maar dat zijn slechts kleine af
wijkingen, De door spreker te geven cijfers zullen niet voor
100, maar toch wel voor 95 betrouwbaar zijn, zodat zij dus
wel een betrouwbaar beeld geven.
Onder deze 161 urgente gevallen zijn 34 kinderloze ge
zinnen. Spreker heeft deze niet gesplitst in gezinnen van
ouden van dagen, van middelbare leeftijd en jonge gezinnen,
omdat hij dit niet zonder meer kan nagaan. Van deze gezinnen
bestaan er misschien drie of vier uit ouden van dagen; de
overige zijn gezinnen waar kennelijk geen kinderen meer
zullen komen en zeer jonge gezinnen, waarvan het huwelijk
heeft plaatsgevonden zonder dat het een woning had.
De overige 127 gezinnen zijn?
44 gezinnen met 1 kind
48
2
kinderen
19
f! J
6
4
5
2
6
0
0
8
1
9
2
10
Deze grote gezinnen hebben alle een huis, maar een te
klein huis. Afgaande op de toestand van dit moment en geen
rekening houdende met de situatie over 10,20,30 jaar, zit de
grootste urgentie bij de kleine gezinnen? er zijn er 44 met 1
en 48 met 2 kinderen en voorts 34 kinderloze gezinnen, waar--
- onder -
ft
ff
ff
n
ft
u 5
ft
f. 7
11
ft
ft
ff
ft