18 December 1953 161.
Voorstel om B&W te machtigen tot het garanderen van de
juiste betaling van rente en aflossing van de geld
lening, aan te gaan door de Coöperatieve Vereniging
voor Vrijzinnig Protestantse Bejaardenzorg "Braamhage
C-.A. bij de N.V. Bouwkas Noord-Nederlandse Gemeenten,
en van de geldleningen door genoemde Coöperatieve
Vereniging te verstrekken aan haar leden (IV-391).
Deze beide voorstellen worden zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot verkoop van. een gedeelte van de buiten
plaats Braamhageaan de Coöperatieve Vereniging voor
Vrijzinnig Protestantse Bejaardenzorg "Braamhage" G.A.
(V-396).
De VOORZITTER stelt namens het College van B&W voor
twee wijzigingen in het voorstel aan te brengen.
Volgens het toegezonden ontwerp-besluit moet de
koopster de buitenplaats slopen en het materiaal ter
beschikking van de gemeente stellen. Thans stellen B&W
voor de laatste voorwaarde te laten vervallen.
Vervolgens stellen zij voor de bepaling op te
nemen, dat de gemeente zich verplicht de buitenplaats
vrij van huur te leveren.
Mevrouw LANDWEER- de Visser acht het vervallen van
de bepaling, dat het materiaal aan de gemeente moet wor
den geleverd, minder gunstig voor de gemeente dan het
oorspronkelijke voorstel en meent, dat daartegenover
een hogere prijs moet worden bedongen.
De VOORZITTER zegt, dat de gemeente de buitenplaats
ook voor sloop zou kunnen verkopen. Het zou waarschijn
lijk niet veel geld opbrengen en een bezwaar is dan,
dat er twee aannemers op hetzelfde terrein zouden moeten
werken.
De wethouder VAN ZADELHOEP zegt, dat het slopen van
de buitenplaats volgens hetgeen in het oorspronkelijke
voorstel was bepaald voor de vereniging een belasting
betekende, omdat zij moest slopen, terwijl het materi
aal aan de gemeente kwam. Op het ogenblik kan de ge
meente laten slopen en de opbrengst daarvan in de zak
steken of de sloop aan de koopster laten. Tegen het
slopen door de gemeente bestaatbehalve het door de
Voorzitter genoemde, ook nog dit bezwaar, dat de sloop
niet op tijd gereed komt, doordat de sloper, wanneer
het beste er uit is, de rest laat zitten. Spreker stelt
voor te besluiten, dat de gemeente laat slopen, wanneer
de sloop meer dan 1000,opbrengt'en anders niet.
De heer A.P. HILHORST had het juist gevonden, dat
Gemeentewerken vóór de wijziging werd voorgesteld, zou
hebben onderzocht, hoe de constructie van het huis is.
Dit is van veel belang voor het afkomende materiaal.
Door de wijziging van het voorstel wordt de koopster
bevoordeeld en het verbaast spreker daarom, dat de
koopprijs niet is verhoogd. Daar een sloper geen bouwer
is, zullen er altijd twee aannemers op het terrein
zijn. De sloop kan op tijd gereed zijn door de voor
waarde op te nemen, dat het geheel moet worden ge
sloopt en dat dit anders op kosten van de koper door de
gemeente zal geschieden.
- De -