21 December 1953 182. De schuld van de gemeente neemt toe ook in verband met de woningbouw. Maar over de leningsschuld behoeft men zich niet ongerust te maken, omdat het geld wordt geleend voor productieve kapitaalsuitgaven, waarbij rente en aflos sing door het product worden gegarandeerd. Anders staat het met de bijdragen aan de woningbouwverenigingen van vó<5r de oorlog, maar de nieuwbouw na de oorlog brengt rente en af lossing op. Daarnaast is de leningsschuld toegenomen door improductieve uitgaven, bij voorbeeld door die voor scholen bouw. De woningbouw wordt op het ogenblik eerder geremd door het tekort aan bouwgrond dan door het gebrek aan kapi taal. De Heer A,P. Hilhorst heeft gewezen op het feit, dat ten behoeve van de woningbouw telkens cultuurgrond aan zijn bestemming wordt onttrokken, maar hot mag toch stemmen tot grote dankbaarheid, dat het gelukt is na de oorlog in Soest 400 woningen te bouwen zonder dat daarvoor tot dusverre veel cultuurgrond aan zijn bestemming is onttrokken. Hier en daar is het wel gebeurd, maar in de eerste plaats zijn terreinen gebruiktdie uit een oogpunt van voedselvoorziening niet van zo groot belang zijn. Maar het is onontkoombaar ook cul tuurgrond voor woningbouw te gebruiken. Er wordt ook bij de regeringspolitiek rekening mede gehouden* In het verslag over de inpoldering wordt ook de hoeveelheid cultuurgrond vermeld, die voor militaire doeleinden en voor waterstaat kundige werken aan rijn oorspronkelijke bestemming wordt ont trokken. Het gemeentebestuur kan slechts zorg dragen, dat de verhoudingen ter plaatse niet al te ongunstig komen te ligge maar het opofferen van cultuurgrond is onvermijdelijk. Woningbouw is niet alleen noodzakelijk voor de inwo ners der gemeente, maar ook voor degenen die elders wonen, maar in Soest hun werk vinden, als hoedanig ook de militai ren in Soest moeten worden beschouwd. De gemeente zal bij lange na niet aan de behoefte kunnen voldoen, maar het pro bleem moet onder het oog worden gezien, omdat het zeer onge wenst is, dat gezinnen uit elkaar worden gerukt. De plantsoenen moeten niet zozeer voor de vreemde lingen, maar in de eerste plaats voor de eigen bevolking worden gezien. Door de grote uitbreiding van de bevolking zijn de open ruimten in de gemeente belangrijk verminderd. Er zijn zelfs mensen die geen tuin of nog slechts een zeer kleine tuin hebben. Daarom is er meer dan vroeger behoefte aan groenstroken en bloemen. Het in stand houden en uitbrei den van de plantsoenen is onlosmakelijk verbonden aan de dichtere bebouwing. De Heer Schaafsma heeft er op gewezen, dat het goed- keuringsrecht van Gedeputeerde Staten nogal eens aanleiding kan zijn tot beslissingen, die de Raad niet welgevallig zijn Het toezicht van Gedeputeerde Staten is uitsluitend van fi nanciële aard. Zij mogen zich niet met beleidskwesties be moeien. Aangezien de meeste besluiten financiële gevolgen hebben, is het wel mogelijk, dat Gedeputeerde Staten zich hiermede intensief bemoeien. Wanneer Gedeputeerde Staten een besluit nemen, dat de Raad niet welgevallig is, is het ver drietig, vooral wanneer de Raad van overtuiging is, dat zijn - eigen -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 418