21 December 1953 184.
College vaststond. Indien een begroting zo vroeg wordt inge
diend, kan met later optredende veranderingen en inzichten
geen rekening worden gehouden. Een grote nota van wijzigingen
zou noodzakelijk worden, waardoor de overzichtelijkheid van de
begroting zou inboeten. Vele gegevens komen ook te laat bij
het College binnen om de begroting kant en klaar per 1 Septem
ber aan de Raad aan te bieden. Het is inderdaad niet aangenaam
vlak voor Kerstmis met begrotingswerk overstelpt te worden;
een iets langere tijd tussen het indienen en de behandeling
van de begroting acht spreker wel mogelijk, maar niet het in
dienen er van voor 1 September.
De Heer Oranje vindt het tempo te haastig en heeft
waarschijnlijk gedoeld op de termijn tussen de ontvangst van
de stukken en het houden van de raadsvergadering. Misschien
is dit vooral een klacht voor degenen, die voor het eerst in
de Raad zitten en zich nog geheel moeten inwerken.
De Heer ORANJE wijst er op, dat de zaken ook moeten
doordringen tot de publieke opinie. De organen, die de pu
blieke opinie leiden, moeten gelegenheid hebben de zaken te
bestuderen. Anders bestaat het gevaar, dat het contact met het
grote geheel verloren gaat.
De VOORZITTER zegt, dat het tempo dit jaar niet haas
tiger is geweest dan andere jaren. B&W hebben nooit klachten
ontvangen over een te gehaast tempo. De aard van het werk
brengt mede, dat het tempo nogal gehaast is. Het tempo in het
College is ook nogal gehaast. Van de beslissingen van het ge
meentebestuur hangt veel particuliere activiteit af, die niet
mag worden vertraagd doordat de particulieren te lang op de
beslissing van het gemeentebestuur moeten wachten. B&W zullen
er naar streven het tempo zo rustig mogelijk te houden, maar
de maatschappelijke ontwikkeling brengt mede, dat ook wel eens
beslissingen van de Raad op korte termijn zullen moeten worden
gevraagd. B&W zullen echter de Raad zo lang mogelijk tijd
laten de stukken te bekijken en de publieke opinie om er ken
nis van te nemen.
De wethouder VAN ZADELHORR spreekt zijn dank uit voor
de waardering van de verschillende sprekers voor de wethouders,
hetgeen hij ook namens zijn collega's meent te kunnen doen.
De Heer A.P. Hilhorst heeft z.i. te veel de nadruk
gelegd op het plattelandskarakter van Soest. Deze plaats ver
keert in de ongelukkige omstandigheid, dat zij geen platte
landsgemeente meer is, maar ook nog geen stad, wat zij ook wel
nooit zal worden. Er moeten dingen gebeuren die in plattelands
gemeenten worden gedaan, maar ook dingen die in de steden aan
de orde komen, zoals bij voorbeeld het leggen van trottoirs in
die gedeelten van de gemeente waar ze absoluut noodzakelijk
zijn. Het is niet de bedoeling van het College geheel Soest
van tegels te voorzien; in het Vosseveld bij voorbeeld zou het
aesthetisch niet verantwoord zijn, maar in Soestdi.jk is het
zeker op zijn plaats, ook in verband met de riolering. Voor
het leggen daarvan kosten tegeltrottoirs alleen arbeidsloon,
terwijl teertrottoirs geheel kapotgemaakt zouden moeten worden.
Het verheugt spreker, dat mevrouw Polet is ingegaan
op de opmerking over het sparen van kool en geit. Wanneer
men door een andere groep wordt overtuigd, is het goed haar
- mening -