21 December 1953 216.
Volgnummer 558. Subsidie aan het Economisch-Technologisch
Instituut voor Utrecht.
De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde een
verzoek van het Economisch-Technologisch Instituut om ver
hoging van subsidie.
Naar aanleiding van dit verzoek wordt op voorstel van
B&W zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten
het subsidie aan het Economisch-Technologisch Instituut
voor Utrecht voor het jaar 1954 te bepalen op ƒ.250,
Hoofdstuk X wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig
vastgesteld
Hoofdstuk XIII. Overige inkomsten en uitgaven.
Volgnummer 602. Subsidies ten behoeve van de instandhouding
van militaire tehuizen.
De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde de
verzoeken van de Nederlandse Militaire Bond Pro Rege en de
Centrale van Katholieke Militaire Tehuizen om subsidie.
Naar aanleiding van deze verzoeken v/ordt op voorstel
van B&W zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming be
sloten aan de Nederlandse Militaire Bond Pro Rege een
subsidie te verlenen van ƒ.100,per jaar en voor het
Katholiek Militaire Tehuis te Soesterberg eveneens een bij
drage van ƒ.100,per jaar beschikbaar te stellen.
Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde een ver
zoek van de Bond van Mobilisatie-invaliden en Stichting
"De Nederlandse Soldaat" om subsidie.
Op voorstel van B&W wordt zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming besloten op dit adres afwijzend te
beschikken.
Hoofdstuk XIII wordt zonder hoofdelijke stemming voor
lopig vastgesteld.
De begroting der gemeente en die der bedrijven voor
het dienstjaar 1954 v/ordt met inachtneming van de in de
nota van wijzigingen en tijdens de vergadering aangebrachte
wijzigingen, hierop zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Alsnu is aan de orde punt 5 van de agenda (doorlopend
nummer 211)
Voorstel tot onteigening van gronden nabij de Verlengde
Schoolweg te Soesterberg onder intrekking van het terzake
eerder genomen besluit.
De wethouder VAN ZADELH0PF deelt mede, dat het voor
gestelde besluit tot onteigening van gronden op Soesterberg
enige maanden geleden reeds door de Raad is genomen, terwijl
de procedure van een dergelijke onteigening aan wettelijke
termijnen is gebonden. Een van de termijnen - waar de gemeen
te buiten staat - blijkt door G-edeputeerde Staten te zijn
overschreden met het gevolg, dat deze zaak opnieuw moet
beginnen.
In het thans voorgestelde besluit is een klein stukje
grond van de heer in 't Hout uitgezonderd, teneinde een
verbinding tussen diens terrein aan de Schoolweg en de
nieuw geprojecteerde dwarsweg mogelijk te maken, welke ver-
- binding -