23 Februari 1953 5.
De VOORZITTER zegt) dat het bij suppletoire agenda bij de raads
stukken had kunnen komen met het voorstel het in handen te
stellen van B&W om prae-advies
De heer 0LEMENS: Juist!
Mevrouw POLET-Musler acht het niet gewenst dergelijke stukken
aan de agenda' toe te voegen, want wie dan vroeg de stukken komt
inzien, kan er geen kennis van nemen en het geeft maar aanleiding
tot onnodig gepraat.
De VOORZITTER zegt, dat het inderdaad geen zin had het stuk
van de N.U.S.O. aan de agenda toe te voegen, omdat er pas over
gediscussieerd kan worden, wanneer het voorstel van het College
er is
Mevrouw LANDWEER-de Visser is het niet eens met mevrouw Polet,
want dan zou de mogelijkheid van een aanvullende agenda geheel
moeten vervallen. Er kan geen bezwaar tegen zijn mede te delen,
dat een s tuk is ingekomen, dat dan in handen van B&W kan worden
gesteld om prae-advies.
De VOORZITTER heeft daar geen bezwaar tegen, maar er wordt dan
ook niet over gediscussieerd.
Mevrouw POLET-Musler: Maar dan ook door niemand!
De VOORZITTER zegt, dat als regel alleen zaken aan de agenda
worden toegevoegd, wanneer het van belang is, dat er spoedig een
beslissing over wordt genomen. Hetzelfde is het geval met inge
komen stukken.
De heer SCHAAFSMA is van oordeel, dat er te weinig raadsver
gaderingen worden gehouden. De vorige vergadering heeft twee
maanden geleden plaatsgehad, namelijk op 22 December 1952. De
agenda wordt daardoor te overladen. Deze vergadering is er een
voorbeeld van, al zijn de vele werkzaamheden in het begin van de
maand in verband met de nationale ramp misschien een veront
schuldiging
De VOORZITTER zegt, dat de heer Schaafsma zelf de bijzondere
reden heeft genoemd, waarom deze vergadering later is gehouden
dan aanvankelijk in de bedoeling lag. In het algemeen is het echter
alleen gewenst een raadsvergadering te houden, wanneer er belang
rijke punten zijn, maar niet omdat het een tijdje geleden is, dat de
vorige vergadering werd gehouden.
3. Verzoek van C. Samsom te Soest om ontheffing van het bepaalde in
de verordening ex art.4, 1e lid, 2e der Hinderwet ten behoeve
van de oprichting van een autoplaatwerkerij en lasserij in de kom
der gemeente (1-239).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het advies van B&W besloten.
4. Voorstel tot verlenging van de termijn van ontruiming van de onbe
woonbaar verklaarde woning van Weedestraat 25 - 25b (1-242).
Mevrouw BUNGENER-Odinot beschout dit voorstel als een uitstel
van executie. Het is verschrikkelijk, zoals de mensen er wonen.
Waterleiding is er niet. De klanten die in de winkel komen,
moeten oppassen niet door de vloer te zakken. Daar deze mensen
heus wel voor een nieuwe woning, bij voorbeeld in 't Hart, in
aanmerking komen, is spreekster er tegen de termijn van ontruiming
met een jaar te verlengen.
Mevrouw VAN DER SWAN-de Kiewit zou de termijn op ten hoogste
zes maanden willen stellen. Het huis verkeert in een toestand, dat
men zijn varkens er niet in zou willen laten wonen.
- Mevrouw -