23 Februari 1953 -- 13.
Voor zover in de vraag iets heeft gelegen van de strek
king waarom de huidige functionaris niet per 1 Maart aftreedt
terwijl zijn opvolger een paar maanden later wordt benoemd,
moet spreker zeggen, dat een hiaat in het secretarisschap
het College zeer ongewenst voorkomt.
Mevrouw VAN DER SWAN-de Kiewit is dit laatste niet met
de Voorzitter eens. Er is een loco-secretaris, die verscheidene
malen het ambt van Secretaris heeft waargenomen en spreekster
heeft nooit klachten gehoord over het werk van deze man.
Daarom kan zij haar stem niet geven aan het voorstel van B&W.
Mevrouw BUNGENER-Odinot ondersteunt het standpunt van
mevrouw Van der Swan.
De heer OOMS is in het algemeen bereid zijn stem aan het
voorstel van B&W te geven, maar vraagt of dan in de eerst
komende vergadering, althans in de maand Maart, de benoeming
van een nieuwe Secretaris kan plaatshebben.
De VOORZITTER zegt, dat het in het voornemen van B&W ligt
in de eerstvolgende raadsvergadering met een voorstel te komen.
De heer SCHAAFSMA acht het geen argument, dat het College
zich heeft misrekend. Dit is meer een zelfbeschuldiging dan
een verontschuldiging. De Raad is in een dwangpositie gebracht
en is op grond van de thans voorliggende feiten genoodzaakt
voor het voorstel van B&W te stemmen. Spreker vindt dit zeer
pijnlijk
De heer CLEMENS wil, ondanks de misrekening van B&W, hulde
brengen aan de Secretaris voor diens bereidheid nog enige
tijd in functie te blijven.
De Voorzitter doet hierop, te 21*15 uur, de vergadering
overgaan in een met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering, te 21.30 uur, dient
mevrouw.POLET-Musler de volgende motie in;
De Raad, de besprekingen gehoord, spreekt als zijn mening
uit, dat hij het betreurt, dat de late plaatsing van de oproep
het noodgedwongen maakt een beroep te doen op de bereid-,
willigheid van de Secretaris om na het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd in functie te blijven.
De heer OOMS kan zich slechts verenigen met een motie in
algemene zin en stelt daarom de volgende voor.5
De Raad spreekt uit, dat er naar gestreefd wordt, dat een
vacature, ontstaan door het bereiken van de pensioengerechtig
de leeftijd van een functionaris, moet worden vervuld van de dag
af, dat de eerste functionaris de pensioengerechtigde leeftijd
heeft bereikt.
Mevrouw Polet-Musler trekt haar motie in.
De motie van de heer Ooms wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Mevrouw VAN DER SWAN-de Kiewit wil vastgelegd zien, dat in
een in Maart of in het begin van Maart te houden raadsvergade
ring de voordracht voor een nieuwe Secretaris aan de orde komt.
De heer OOMS zegt, dat de Voorzitter hem dit reeds heeft
toegezegd
De VOORZITTER wijst er op, voorzichtigheidshalve te hebben
gezegd, dat het in het voornemen van B&W ligt. Meer dan dat kan
een mens niet verantwoorden.
- Het -