23 Februari 1953 -- 16.
Mevrouw LANDWEER-de Visser onderstreept de woorden van de
heer Ooms.
Mevrouw BUNGENER-Odinot zou de grond althans voor twee of
drie jaar willen verpachten.
De heer KRUYFF moet er de Raad wel op wijzendat er in de
Commissie voor het Grondbedrijf naar is gestreefd in de omgeving
van dit terrein de pacht'te zetten op één jaar. Dit betekent
niet, dat de pachter er van jaar op jaar afgezet kan worden, maar
men heeft de mogelijkheid binnen een bepaalde termijn, die in
onderling overleg kan worden geregeld, het terrein te verkrijgen.
Het uitbreidingsplan wisselt nog al eens. Maar wanneer met het
uitvoeren van een uitbreidingsplan zes jaar zou moeten worden
gewacht tot de grond vrij is, betekent dit toch wel een zeer
groot bezwaar en spreker moet er de Raad dan ook ernstig tegen
waarschuwen deze grond weer voor zes jaar te verpachten. Van
de wethouder heeft spreker vernomen, dat het eerste overleg
met de heer Mulder op niets is uitgedraaid. De Raad mag niet,
door weer voor zes jaar te verpachten, de mogelijkheid scheppen
het gehele terrein en de omgeving gedurende zes jaar zo te laten
liggen.
De heer A.P. HILHORST wijst er op, dat de heer Mulder ver
lenging van de pacht heeft gevraagd en dat de Grondkamer hem in
het gelijk heeft gesteld. In het algemeen is spreker het met de
heer Kruijff eens, dat de gemeente als eigenaresse gebruik van
de gronden moet kunnen maken, die zij nodig heeft. Maar dit be
drijf werkt niet van jaar tot jaar en daarom verzoekt spreker
het College te onderzoeken of de gemeente dit terrein inderdaad
binnen zes jaar nodig heeft. Is dit niet het geval, dan moet men
het dit bedrijf niet moeilijker maken dan nodig is. Verlenging van
de pacht met een jaar betekent eigenlijk, dat de heer Mulder van
het terrein wordt verwijderd.
De heer KRUYFF wijst er op, dat reeds enige jaren geleden
is besloten, niet opnieuw voor zes jaar te verpachten en wel
om te voorkomen, dat de plannen van de gemeente daardoor zouden
kunnen worden doorkruist.
De VOORZITTER zegt, dat natuurlijk niet te voorspellen is,
of de gemeente deze grond in de eerstkomende zes jaar nodig zal
hebben. Dit hangt van te veel factoren af, die het gemeente
bestuur niet in de hand heeft. Het zou echter wel zeer toe
vallig zijn, wanneer het moment waarop de gemeente de grond nodig
heeft, juist zou samenvallen met het aflopen van een zesjarige
pachttermijnBovendien eindigt de pacht van verschillende per
celen grond niet op hetzelfde tijdstip, zodat het bij het hand
haven van de verpachtingen op zes jaar nooit mogelijk zou zijn
over de grond in zijn geheel te beschikken. Daarom is besloten
de termijn op één jaar te stellen, hetgeen echter niet wil
zeggen, dat de grond een dag eerder van de pachter wordt af
genomen dan strikt nodig is. Verpachting voor één jaar is
voor de pachter een waarschuwing, dat hij op den duur van de
grond af moet en dit moet voor hen een reden zijn zijn kwekerij
langzamerhand op een ander stuk grond over te brengen. Wordt
de grond opnieuw voor zes jaar verpacht, dan zal de pachter
geen maatregelen nemen en is men over zes jaar precies even
ver als vandaag. Een kwekerij is best te verplaatsen, maar er
gaat tijd mede heen. Verpachting van jaar tot jaar is in ieder
geval in het belang van de gemeente en men kan niet eens zeggen,
dat zij niet in het belang is van de pachter. Zijn bedrijf leent
zich er bij uitstek toe het geleidelijk over te brengen naar een
ander terrein.
- De -