12 April 1954 41 Op het ogenblik heeft de gemeente Soest slechts twee hoofden van dienst, maar er kunnen er meer bijkomen, bij voorbeeld een directeur van het slachthuis. Aan het slot van de brief van B&W staat, dat de raadscommissiën zoveel mogelijk zullen worden ingeschakeld. Deze belofte is heel aardig, maar die commissien behoeven er niet te zijn. Het is aan B&W overgelaten al dan niet een commissie van bijstand in te stellen. Zijn die commissien er en wil men iets veranderen in het reglement van orde, dan wordt daarmede toch niet alles gedekt, wat spreker in zijn voorstel vraagt. Spreker hoopt, dat de overige leden van de Raad zijn voorstel zullen steunen, omdat de Raad als afspiegeling van de samenstelling van de bevolking het beste kan beoorde len, wat de belangen van de bevolking meebrengen. Mevrouw POLET-Musler is door de vergelijking met 1938 enigszins onaangenaam getroffen. Soest was toen de risee van Nederland; in de grote dagbladen werden verslagen van de raadsvergaderingen van Soest gepubliceerd, omdat ze zo leuk waren. Het was toen beslist geen rustige tijd in de Raad van Soest. Spreekster heeft niet de indruk, dat de be sprekingen toen altijd op even waardige wijze zijn gevoerd en zij kan er zich in verplaatsen, dat B&VtT het dan beter vinden de benoemingen aan zich te trekken. Maar thans is er samenwerking binnen de Raad en ook tussen het College van B&Y/ en de Raad. Spreekster is het eens met het standpunt van de Heer Van Andel, maar zij kan niet velen, dat de jaren 1938/1939 een rustige tijd worden genoemd, want er was toen een groot leger van werklozen, zodat het voor een groot deel van de bevolking niet geldt. De Heer VAN WELY kan zich geheel verenigen met het betoog van de Heer Van Andel. De Heer ORANJE zegt na kennisneming van de be schouwing van het College met nog meer overtuiging voor de motie te zullen stemmen. Het benoemingsrecht van de ambte naren en speciaal van de hoofden van dienst beschouwt hij als een van de prerogatieven van de Raad, waarvan deze nooit afstand had mogen doen. Op pagina 2 van hun brief schrijven B&W, dat wan neer de benoeming en het ontslag van gemeente-ambtenaren en bedienden aan B&W wordt gedelegeerd zo goed mogelijk wordt verzekerd, "dat bij de tot stand te brengen benoemingen be kwaamheid en geschiktheid voor alles de uitsluitende lei draad vormen". Spreker vraagt of, indien de Raad de hem toe komende bevoegdheid hanteert, niet uitsluitend bekwaamheid en geschiktheid in acht zullen worden genomen en, zo neen, wat daar dan bijkomt. De Heer SCHAAFSMA krijgt uit het prae-advies de indruk, dat B&W in het door de Raad benoemen van de hoofden van dienst een aantasting van hun positie zien. Hij acht deze opvatting onjuist. Het is z.i. beter, dat de verantwoordelijk heid voor een benoeming door de Raad wordt gedragen en niet uitsluitend op de schouders van B&W wordt gelegd. Spreker voegt hier echter onmiddellijk aan toe, dat hij geen voor beelden kent, waarbij B&W in het doen van een benoeming zou den hebben gefaald. Nu de hoofden van dienst een meer en - meer -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 142