53- 33 Mei 1954 woning" krijgen en steeds meer in verval geraken, omdat nie mand meer een hand naar een woning uitsteekt als er zo'n "bordje op hangt. Hoeveel woningen komen er nu in Soest voor onbewoonbaar- verklaring in aanmerking? Afgaande op het rapport gelooft spreker, dat het er heel wat sullen zijn. Waarom zijn het juist deze 21? Er zijn in Soest heel wat woningen, die slechter zijn dan de thans voorgestelde. Daarin schuilt een zekere on billijkheid. Zodoende komt men tot het denkbeeld van de heer Zoetelief om eerst de meest urgente gevallen te bekijken. Voor de onbewoonbaar verklaarde woningen is weliswaar bouwvolume toegezegd, maar dit ligt in een ver verschiet, want als men eenmaal aan de krotopruiming toekomt, zijn er in de grote steden heel wat meer krotten op te ruimen dan in de plat telandsgemeenten, die dan ten achter zullen komen. En als de gemeente dat bouwvolume krijgt, wat zal zij dan bouwen? Gewone woningwetwoningen als tot nu toe? Het zal dan dringend noodza kelijk zijn eens te overwegen, wat er voor de onmaatschappe- lijken moet gebeuren. Zijn daar woningen voor? Wat zijn College en Raad op dat gebied van plan? Spreker acht het een dringende eis, dat de wethouder van sociale zaken een plan in dient om dat probleem op te lossen, want met voor het in ver band met de krotopruiming verkregen bouwvolume woningwetwonin gen te bouwen is de gemeente niet klaar. Spreker acht het beter, dat B&W dit voorstel terugnemen en een beter omschreven voorstel indienen, opdat de Raad weet, waaraan hij toe is. Over enkele woningen op de lijst heeft spreker ook nog een en ander te zeggen, maar dat komt straks nog wel. Mevr. LANDWEER-de Visser zegt, dat zij het met zeer veel van het gesprokene volkomen eens is en daar zij het niet nodig vindt in herhaling te vervallen, ziet zij van het woord af. Mevr. POIET-Musler zegt, dat zij het, wanneer hetgeen thans wordt voorgesteld nog lang niet alles is, niet verstandig vindt, dat de zaak druppelsgewijze in^de Raad wordt gebracht. Het zou efficiënter zijn geweest in één keer een plan van 40, 50 of 60 woningen te maken. Steeds is gezegd, dat de gemeente voor iedere onbewoon baar verklaarde woning bouwvolume voor een extra woning krijgt toegewezen. Krijgt ze die van het jaar nog of moet ze er drie jaar op wachten? Hoe denken B&W het bouwvolume te gebruiken? In de circu laire van de Minister, speciaal over de bijdrage om het dege nen, die uit een krotwoning met lage huur komen, mogelijk te maken zich bij een hogere huur aan te passen, is een overgangs tijd van vijf jaar mogelijk gemaakt. Als de gemeente bereid is het halve exploitatietekort voor haar rekening te nemen, neemt het Rijk de andere helft voor zijn rekening. Maar het aanvragen en aanvaarden van de krotopruimingsbijdrage zal moeten blijken uit het raadsbesluit, dat als bijlage bij het formulier "Aanvraag om toekenning van steun uit 's Rijks kas ten behoeve van de bouw van Woningwetwoningen" moet worden gevoegd. Spreekster heeft de indruk, dat het per complex moet worden gevraagd, zodat de gemeente speciaal van het volume, dat zij voor deze woningen terugkrijgt, een apart complex moet bouwen. - Spreekster -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 166