15 Juni 1954
88.
goederen anders in veel geringer mate zouden kopen. In
onze moderne maatschappij is dientengevolge het gezinscrediet
een levensnoodzaak voor de producenten van en handelaren in
duurzame gebruiksgoederen. Vandaar dat het bestaansrecht zowel
van het afbetalingsstelsel als van geldschietbanken en betaal-
zegelkassen door de Nederlandse wetgever is erkend en deze
zich heeft bepaald tot het stellen van regelen voor het
commerciële gebruikscrediethet gelegenheid geven aan de
gemeenten om het door sociaal georiënteerde gemeentelijke
banken te laten verstrekken en het verlenen van bepaalde
voorrechten aan zich op dit terrein bewegende "instellingen
van openbaar nut".
Evenzo heeft genoemde hoofdzaak er toe geleid, dat grote
bona fide bedrijven de financiering van. de afbetalingsverkoop
ter hand hebben genomen, zoals Philips en Erres. Ook de grote
Nederlandse handelsbanken hebben het gezinscrediet als
legitieme branche van het credietwezen aanvaard; verschillden-
de financieringsmaatschappijen zijn dochterinstellingen van de
Incassobank, de Hollandse Bankunie en sinds 1955 ook van
de Amsterdamse Bank. In de Verenigde Staten van Amerika hebben
de meeste handelsbanken bij hun kantoren aparte afdelingen voor
gezinscrediet. In Nederland wordt deze functie door de gemeen
telijke banken vervuld.
laten de gezinsinkomsten ruimte voor gezinscrediet?
De schadelijkheid van het gebruikscrediet wordt soms
betoogd op grond van de overweging, dat het inkomen van de
arbeider, de beambte of de kantoorbediende geen ruimte zou
laten voor dit crediet, zodat het zou gaan ten koste van
noodzakelijker levensbehoeften. Deze bewering miskent het
feit, dat normaal in elk gezin een deel van het inkomen wordt
besteed voor aankoop (contant of op crediet) van duurzame
gebruiksgoederen. Het Nationaal Budgetonderzoek 1951 doet
zien dat gemiddeld bij handarbeidersgezinnen 5,9$ van de uit
gaven dient voor woninginrichting en huisraad, 9,8$ voor
kleding, 2,8voor schoeisel, 1,5$ voor radio, muziekinstru
menten enz., 1 5 2$ voor rijwielen, motor- en bromfietsen,
totaal ongeveer 22$, inclusief reparatie. Tegenover deze 22$
voor duurzame gebruiksgoederen staat, dat gemeentelijke en
commerciële geldschietbanken, betaalzegelkassen en behoorlijke
afbetalingsbedrijven normaal ongeveer 7 tot 9$ van het inkomen
voor aflossing verlangen. De gemeentelijke banken letten bij
het beoordelen van credietaanvragen niet alleen op het netto
gezinsinkomen, maar ook op het zogenaamde beschikbare inkomen,
waarmede bedoeld wordt het netto-inkomen verminderd met de
vaste uitgaven voor huishuur, contributies e.d. en met een
vrij ruim gesteld bedrag voor voeding per consumptie-eenheid;
zij laten normaal niet meer aflossen dan 1/5 tot 1/5 van dat
beschikbare inkomen.
Spreker kan het dus niet eens zijn met het standpunt,
neergelegd in het rapport d.d. 19 October 1955 van het College,
dat maar al te lichtvaardig in vele gezinnen met kleine
beurzen wordt overgegaan tot het aankopen van gebruiksgoede
ren op crediet, waarbij dan de aflossingen achterwege zouden
moeten blijven of ten koste moeten gaan van de kosten van voe
ding, het poffen bij leveranciers van voedings- en genotmidde
len, alsmede kolenleveranciers
Juist doordat de volkscredietbanken rekening houden bij
de bepaling van de aflossing met het beschikbare inkomen,
- wordt -