15 Juni 1954 94. zijn, hoe het met die behoefte in Soest gesteld is. Spreker dankt voor de tijd, hem gegeven om deze materie nader uiteen te zetten. Het ligt niet in zijn bedoeling, om op eventuele afwijzende argumenten uitvoerig in te gaan, daar hij meent een en ander soms al te uitvoerig te hebben uiteengezet. Wel had hij gaarne dat het volgende voorstel in stemming werd gebracht: De Raad van de gemeente Soest heeft er geen bezwaar tegen, dat de Amersfoortse en de Hilversumse Stichting voor Volkscrediet aan Soestenaren volkscrediet verstrekken, geheel voor eigen kosten en risico, en er bestaat geen bezwaar tegen, dat de Amersfoortse en de Hilversumse Stichting periodieke zittingsdagen in Soest houden, terwijl men er ook geen bezwaar tegen heeft, dat de Soester middenstand zich bij de Amersfoortse en Hilversumse credietbank aansluit. De heer SCHAARSMA zegt het betoog van de heer Pieren met enige verwondering te hebben aangehoord. Dat deze bouw en volkscrediet op één lijn stelt, bewijst de absolute on juistheid van zijn stellingen. Wanneer men bouwcrediet aan vraagt, moet men beginnen met zelf een zeker kapitaal te hebben en wordt met dat kapitaal een bepaalde waarde ge sticht, terwijl het volkscrediet wordt besteed voor dingen, die terstond een groot deel van hun waarde verliezen en daarvan het volle risico op de bezitter drukt die, wanneer hem tijdens de betalingsperiode een ongeluk treft waardoor het goed onbruikbaar wordt, met een schuld zit van misschien enige honderden. Wat met een bouwcrediet wordt gesticht behoudt daarentegen in de toekomst zijn waarde, welke, eventu eel met enkele moeilijkheden, terstond is te realiseren. Bouw crediet en volkscrediet kunnen dan ook niet op één lijn wor den gesteld. Crediet betekent nog altijd vertrouwen, en wie vertrouwen heeft, kan crediet krijgen. Het is maar goed, dat aan hen die al te speculatief le.ven crediet wordt geweigerd, zoals men dat in de bouwwereld maar al te vaak ziet en waarschijnlijk ook bij het volkscrediet wel het geval zal zijn. Het verschil is echter, dat men bij een bouwcrediet moet beginnen zelf een behoorlijk kapitaal te fourneren, terwijl bij gezinscrediet wordt betaald uit toekomstig inkomen. En ook een degelijk mens kan sterven, ziek worden of anderszins buiten staat geraken te betalen, terwijl de waarde van het gekochte artikel onmiddellijk tot een minimum is gedaald. Op een openbare veiling brengen gebruiksartikelen al bijzonder weinig op. Tegenover het verteren van toekomstig inkomen moet gesteld worden het vooraf sparen om bepaalde doeleinden te bereiken. Het is nog altijd een goede gewoonte van een groot deel van de bevolking, vóór het huwelijk te zorgen dat er enig geld is om zich te installeren. Dit principe moet worden doorgezet, ook wanneer men later moeilijkheden krijgt. Voor mensen met een slappe inslag zijn volkscredieten zeer ver leidelijk. De door de heer Pieren aangevoerde cijfers acht spreker wel juist, maar geven geen overzicht van wat zou gebeuren als het volkscrediet algemeen werd. Op het gebruik van met volkscrediet gekocht goed stelt men zich in, terwijl het nog geen eigendom is; wanneer men niet betaalt is men zijn recht kwijt en is de schade groot, terwijl een huis, ook als de stichter niet betaalt, zijn waarde behoudt. - Ook -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 248