15 Juni 1954
99.
die service geeft, waarschijnlijk sterker is dan het mogelijk
wat lager rentepercentage van de volkscredietbank.
Over het voorstel van de heer Pieren zal spreker zijn
oordeel even opschorten tot de raadsleden hun reactie daarop
kenbaar hebben gemaakt. Zoals het geformuleerd is, kan hij
het er niet meer eens zijn; voor een uitspraak van de Raad
zou echter een andere formulering mogelijk zijn. Daaromtrent
zou spreker echter gaarne de mening van de Raad vernemen.
Met de heer Schaafsma, die het standpunt van het College
heeft ondersteund, kan spreker het eens zijn, al is hij het met
de heer Zoetelief eens, dat in Soest geen markt moet worden
opgericht. Dat zou een miskenning zijn van de ligging en
situatie van Soest en de gelegenheid tot marktbezoek in
naburige gemeenten.
Dat de heer Oranje zegt, in ander verband de zegenin
gen van het volkscrediet te hebben leren inzien, kan spreker
begrijpen. Uit gegevens van voor de oorlog is hem bekend
dat er in die contreien een schrikbarende woeker bestond,
die diep in het leven van de mensen ingreep. Dat een volks-
credietbank daar op de juiste wijze ingreep en ook de pand
huizen werden gesaneerd heeft zeker aan een behoefte voldaan.
De verhoudingen hier zijn echter in menig opzicht anders.
De overige sprekers hebben het standpunt van het Colle
ge ondersteund. Met de opmerking, dat de credietnemers als
regel een bepaalde categorie vertegenwoordigen, mensen van
een bepaalde levensopvatting en een bepaalde manier van
inkomenbesteding of niet-besteding, is spreker wel met de
heer Hilhorst eens. Juist door de onjuiste opvatting over de
besteding van het inkomen komt deze groep er toe, vrij gemak
kelijk te gaan leven. Daar kan de volkscredietbank wel een
verbetering brengen, maar geen oplossing.
De beantwoording van Mevrouw Polet laat spreker over
aan de wethouder van het gasbedrijf en de Raad.
De wethouder YAN DEN AREND zegt over het volkscrediet
veel te hebben gelezen en o.a. ook een lezing van de direc
teur van de volkscredietbank te Utrecht te hebben gehoord.
Het meest frappeert, dat uit alles blijkt, dat men niet in
staat is geweest door de oprichting van volkscredietbanken
de woeker te bestrijden. Uit recente gegevens blijkt telkens,
dat steeds dezelfde mensen bij de volkscredietbank komen;
men beijvert zich een crediet zo spoedig mogelijk af te los
sen om een nieuw te kunnen aanvragen. De uitwassen van dit
systeem heeft men bij een geval in Soesterberg kunnen consta
teren, waar Amersfoort crediet had verleend voor een radio
toestel. De betrokkene, die het niet om het toestel te doen
was, maar om het geld, heeft het toestel voor ƒ.50,-- minder
verkocht. Iemand die zijn inkomen van bij voorbeeld ƒ.60,
per week nodig heeft voor het levensmiddelenpakketkan niet
sparen en ook niet een crediet van de volkscredietbank af
lossen. Daarvan zijn tenslotte de leveranciers van brood en
vlees de slachtoffers. Bij de middenstand is een actie gaande
geweest om zich aan te sluiten bij de volkscredietbank
in Amersfoort, maar men is daarvan gauw teruggekomen, omdat
niet de middenstand, maar een zeer klein gedeelte van de
middenstand er belang bij had. De grote meerderheid der bevol
king vindt de credietverlening niet belangrijk en kan wachten
tot de kinderbijslag komt.
In antwoord aan mevrouw Polet zegt spreker', dat men
- deze -