12 Juli 1954 123. zijn, zoals de Voorzitter het zegt. Zoeven heeft de heer Oranje echter betoogd, dat men zijn recht kan laten gelden,, maar dat er ook een andere mogelijkheid is. Zo is het ook hier. Spreker acht het niet juist, dat een eigenaar pas na het besluit van de onbewoonbaarverklaring bericht ontvangt met de mededeling, dat er een mogelijkheid van beroep be staat, waarvan echter geen baat is te verwachten. De eige naar kan voor die tijd gerust op de hoogte worden gesteld van de plannen van B&W, zodat hij na overleg misschien voorzieningen kan treffen. Het is niet juist, dat men uit de krant moet vernemen, dat zijn woning onbewoonbaar is ver klaard en dat het bordje zal worden aangebracht. Uit een oog punt van fatsoen en misschien van plicht meent spreker, dat de mensen tijdig op de hoogte moeten worden gebracht, want zij zijn toch eigenaar. De VOORZITTER zegt, dat er een misverstand heerst bij de heer Hilhorst. Zolang een woning nog te verbeteren is, mag geen besluit tot onbewoonbaarverklaring worden genomen, voordat de eigenaar in de gelegenheid is gesteld de verbe teringen aan te brengen. In dit geval komt de Hoofdingenieur- Directeur met het advies tot onbewoonbaarverklaring, omdat de woningen niet meer geschikt zijn te maken door het aan brengen van voorzieningen; dit is een hopeloze zaak. Overleg met de eigenaar heeft dus geen zin meer. In andere gevallen vindt wel overleg plaats met de eigenaar, wanneer de woning door het aanbrengen van verbe teringen in bewoonbare staat is te brengen. De eigenaar krijgt dan een schrijven, dat wanneer geen bepaalde ver beteringen v/orden aangebracht, de woning onbewoonbaar ver klaard zal worden. De heer A.P. HILHORST zegt, dat de eigenaar zich tot een architect zou kunnen wenden om diens oordeel over moge lijk herstel te vragen. Daarna kan hij zich pas tot het College wenden. Hij krijgt dus geen bericht van B&W;Dit en dat moet U doen, dan zal het huis niet onbewoonbaar verklaard worden. Welke motieven hebben gegolden voor het huis aan de Lange Brinkweg, begrijpt spreker niet goed. De toestand is daar op het ogenblik inderdaad zeer slecht. Er is echter ruimte te over de woongelegenheid uit te breiden. Het is een heel oude boerderij, waaraan een stalling is aangebracht in een tijd, dat niet de eisen golden, die vandaag de dag aan een woonhuis worden gesteld. Het huis is echter gemakke lijk te verbeteren in het bestaande pand. Nogmaals zegt spreker het niet juist te achten, dat een eigenaar uit de krant moet vernemen, dat zijn woning onbewoonbaar is verklaard. Het is veel beter de mensen van te voren te berichten. De VOORZITTER leest voor wat de Hoofdingenieur-Direc teur aan het College heeft geschreven; - "Ik -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 306