12 Juli 1954 129. Mevrouw LANDWEER-de Visser vindt het toch bezwaarlijk de verantwoording te nemen voor een crediet, waarvan de leden van de Onderwijscommissie en de Financiële Commissie pas een half uur voor de vergadering kennis hebben gekregen en waarvan de overige raadsleden eerst thans kennisnemen. De VOORZITTER zegt, dat de Raad kan besluiten dit punt aan te houden. De strekking van zijn betoog was: dat kan de Raad wel doen, maar het heeft niet zo heel veel zin, omdat de Raad dan in een alléén over dit punt zeer binnen kort te houden spoedvergadering toch voor het feit zou staan het crediet te weigeren of toe te staan. De heer ORANJE begrijpt uit het betoog van de Voorzitter, dat de verantwoordelijkheid van de Raad in dit geval niet verder strekt dan te controleren, of de inspecteur dit plan al dan niet heeft goedgekeurd. De Raad kan dus niet afwijken van het advies van de inspecteur. De VOORZITTER zegt, dat de Raad dit wel kan doen, maar dat het schoolbestuur dan in beroep kan gaan bij Gedeputeerde Staten. De heer ORANJE: Ook ton opzichte van de kosten? De VOORZITTER: De Raad heeft geen vrijheid aan de plannen iets te veranderen. De heer ORANJE: Dan is het een wassen neus! De. VOORZITTER: Dat is het ook, als met zoveel punten op het gebied van het onderwijs. De Raad heeft met het hele plan niets te maken. Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of de Raad geen zeggenschap heeft over het al dan niet aanbrengen van een rieten dak, dat zij voor een school zeer gevaarlijk acht. Zij stelt toch voor het punt aan te houden. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat er vrij veel werk aan is besteed om deze school met de omgeving in overeen stemming te brengen. Uit dit streven is geresulteerd het aanbrengen van een rieten dak. Spreker verzoekt daar niet over te praten, omdat het slechts na veel zorg bereikt is kunnen worden. Het rieten dak wordt aangebracht, aangezien de school in een bosrijke omgeving staat. Mevrouw LANDWEER-de Visser acht van veel meer belang de vraag, of een rieten dak al dan niet gevaarlijk is. Zij vindt het wel gevaarlijk. De wethouder VAN ZADELHOFF wijst er op, dat ook elders, bij voorbeeld in Noordwijk en Arnhem, scholen met rieten daken staan. De heer ORANJE zegt, .dat de Schoonheidscommissie dus wel iets over het plan heeft te zeggen, maar de Raad niet. De wethouder VAN ZADELHOFF: Er moet toch een bouwver gunning zijn. Mevrouw POLET-Musler is van oordeel, dat de procedure in acht behoort te worden genomen, zodat de raadsleden kunnen weten waarover zij praten. Dit is te erg. De VOORZITTER zegt, dat deze haast alleen wordt be tracht om het schoolbestuur ter wille te zijn. Het wil het werk aanbesteden nog voor de vacantie van de bouwvakarbei ders. Wordt het voorstel eerst in de commissies behandeld en daarna in de Raad, dan wordt het te laat. - Mevrouw -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 318