14 September 1954 154. Januari kunnen worden tegemoetgezien. De Heer VAN WELY zegt, dat vroeger een verslag werd ge maakt over het afgelopen kalenderjaar. Dit werd ter inzage voor de raadsleden gelegd. Dit jaar heeft spreker het echter nog niet aangetroffen. Hij zou gaarne zien, dat hiernaar werd geïnformeerd en het verslag eventueel alsnog ter inzage werd gelegd De VOORZITTER zegt te zullen informeren. De Heer A.P. HILHORST vraagt of de onderhandelingen, die tot verbetering van de Wieksloterweg kunnen leiden, reeds tot een einde zijn gebracht. De VOORZITTER zegt, dat deze zaak op een oor na gevild is. Hij had gedacht, ermee in deze vergadering te kunnen komen. Er heeft zich echter een kleine complicatie voorgedaan, doch in grote trekken is overeenstemming bereikt. De Heer R. HILHORST acht het wenselijk, aan de Verlengde Talmalaan een waarschuwingsbord te plaatsen in verband met de ernstige ongelukken op de Beukenlaan-Nieuweweg. De VOORZITTER zal de suggestie doorgeven aan de politie. Nagegaan moet worden, of inderdaad de situatie ter plaatse oorzaak van de ongelukken is geweest. Een soortgelijke situatie vindt men aan het einde van de Molenstraat. De Heer R. HILHORST zegt, dat men bij de Molenstraat niet recht kan oversteken. Op het door hem bedoelde punt kan dat wel en men kijkt niet uit. De VOORZITTER zal bij de politie informeren, of een bord kan worden geplaatst. Mevr. LANDWEER-de Visser wijst er op, dat wel bij het fietspad, maar niet bij het voetpad langs de rijksstraatweg het gebruik staat aangegeven. De fietsers rijden dikwijls met zijn tweeën of drieën naast elkaar. Als dan de voetgangers op het voetpad niet zelf uit de weg gaan, is er kans op onge lukken, want de fietsers gaan pas op het laatste ogenblik, als zij zien dat men niet wijkt, achter elkaar rijden. In ande re gemeenten vindt men ook borden met de vermelding "voetpad". Wel zijn de rode steentjes voor de voetgangers en de grijze voor fietsers, maar fietsers van buiten weten dat blijkbaar niet en kijken diep verontwaardigd, als een voetganger op het voetpad loopt en niet plat tegen de huizen gaat staan. Is het in het belang van de voetgangers niet mogelijk, een bord met de vermelding "voetpad" aan te brengen? De VOORZITTER meent, dat hier meer onhebbelijkheid in het spel is dan onwetendheid. Mevr. LANDWEER-de Visser neemt aan dat de inwoners van Soest met de betekenis van de rode en grijze steentjes bekend zijn. Maar vallen die kleuren ook op aan mensen van buiten? Wanneer de vermelding "voetpad" is aangebracht kan men de fietsers vragen, of zij het bordje niet hebben gezien. De VOORZITTER zegt, dat dergelijke bordjes zeer moeilijk zijn te plaatsen. Beter dan al die borden is, bij iedere weg- kruising en op iedere plaats, waar een fiets- of voetpad op nieuw begint, een fietser respectievelijk voetganger op de weg te laten schilderen. Dan kan men zich niet meer op onwe tendheid beroepen. De Heer ORANJE vraagt of ook zonder een dergelijke aan duiding kan worden geverbaliseerd. De VOORZITTER beantwoordt deze vraag ontkennend. Dit is - echter -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 368