22 December 1954 200.
rechts vandaag of morgen algemeen de wens werd geboren om tot
een andere gemeente-administratie te komen, die een beter
en meer dagelijks inzicht geeft in de gang van zaken. Spreker
wil niet meer doen dan deze stof even aantippen, maar wanneer
de Gemeenteraad zich wil opwerken tot leiding geven en doelbe
wust beleid in de gemeentehuishouding, dan is het van belang
om vraagstukken als deze althans aan te roeren. Ieder kan er
dan te zijner tijd zijn gedachten mee bezig houden.
In de Aanbiedingsnota wordt medegedeeld, dat Soest naar
het oordeel van het College op een uitkering uit het gemeente
fonds mag rekenen van f27,27 x 128 per inwoner. Wanneer
men er zich dan rekenschap van geeft, dat Amsterdam f.132.—
per inwoner en Utrecht f» 63.-per inwoner zal ontvangen,
dan komt men toch wel weer opnieuw onder de indruk van de
dorpse sfeer, waarin Soest zijn gemeentehuishouding moet zien.
Spreker heeft te veel begrip voor de gecompliceerdheid van de
elementen, die aan deze berekeningen ten grondslag liggen,
dan dat hij ook maar enigerlei andere conclusie uit deze en
kele cijfers zou willen trekken. Maar wel veroorlooft hij zich
de volgende vraag; Kan de Voorzitter, c.q_. de Burgemeester,
nu of in de naaste toekomst de Raad mededelen, of en in hoe
verre de gemeenten gekend zijn in de opstelling van de gemeen
telijke aanspraken op het gemeentefonds en zo ja wat te dezer
zake door het gemeentebestuur is verricht? Zo neen, welke
informaties het gemeentebestuur dan wel krijgt over deze zaken?
Als de verwachtingen van het College vervuld worden, ont
vangt Soest uit de rijksmiddelen;
aan gewone uitkering gemeentefonds f. 851.700,
aan subjectieve uitkering gemeentefonds 270.000,—
aan belastinguitkering !i 139.680,'
aan na-uitkeringen gemeentefondsreeds
ontvangen over de jaren 1948/1949 - 1950 524.257,47
Totaal f.1.785.637,47
Dit is f. 21.427,47 meer dan de gehele gemeentelijke
leningsschuld (die voor woningbouw niet meegerekend) per 1
Januari 1955, namelijk f. 1 .764.210. Die leningsschuld is
in 1954 bovendien met f. 73.685.-teruggelopen. Dit zijn
inderdaad geruststellende cijfers, al mag niet vergeten wor
den, dat tegenover een precair huizenbezit dan nog een lening
staat van f. 6.000.000. aan de credietwaardigheid van de
gemeente behoeft, als spreker het goed ziet, voor 1955 niet
getwijfeld te worden.
Toch wil spreker op één punt hier reeds wijzen, namelijk
dat het College het tekort op de gewone dienst ad
f. 270.000.— (thans gewijzigd in f. 281.000.in de be
groting reeds onder volgnummer 309 als subjectieve verhoging
van de bijdrage opneemt. Spreker ziet dit als onjuist, zelfs
ziet hij er een mogelijkheid in van niet-goedkeuring van de
begroting. Hij zou er de voorkeur aan hebben gegeven, wanneer
het geraamde nadelig saldo normaal op volgnummer 313 was ge
boekt. Hij weet wel, dat hij met deze opmerking vooruit loopt
op de behandeling van hoofdstuk XI, maar in zijn algemene be
schouwingen wil hij waarschuwen tegen duidelijk speculatieve
noteringen, zelfs wanneer een dergelijke speculatie op grond
van officieuze inlichtingen verantwoord lijkt. Spreker be
veelt het College dan ook aan om correctie op dit punt in
overweging te nemen.
In de begroting heeft de Raad in grote lijnen de plannen
gevonden, die het College voor dit jaar op stapel heeft.
- Daarvoor -