-- 22 December 1954 201.
Daarvoor heeft spreker veel waardering. Maar kan het Col
lege, zij het slechts schematisch, de Raad verdere plan
nen voorleggen, die zich uitstrekken "bij voorbeeld over de
gehele zittingsperiode van de Raad, plannen waarin de
Raadsleden althans in grote lijnen het verdere perspectief
kunnen vinden, waar het dagelijks bestuur der gemeente
naar toe werkt? Spreker kan begrijpen, wanneer B&W daar
huiverig voor zijn, zelfs wanneer zij huiverig mochten
zijn, in die plannen reeds nu de Raad te betrekken. Laat
men dan echter niet vergeten, dat het College niet zonder
de Raad en de Raad niet zonder het College kan. Daarom
doet spreker als Raadslid een beroep op de Voorzitter van
deze Raad, die niet toevallig ook voorzitter is van het
College en bovendien nog Burgemeester. En wij zien - zegt
spreker - het hem gaarne zijn in de volle uitoefening van
deze in hem verenigde functies.
De VOORZITTER wil trachten op verschillende aangeroer
de punten in te gaan en antwoord te geven op de gestelde
vragen. Alvorens dit te doen brengt hij dank naar voren
voor het feit, dat de sprekers zich bij het houden van
de algemene beschouwingen moeite hebben gegeven zich te
distanciëren van de cijfers en een algemeen beeld hebben
gegeven van de gemeente en haar ontwikkelingsvormen. Dat
de sprekers blijk hebben gegeven van waardering voor het
werk van het College, stemt B&W evenzeer tot dankbaarheid.
Voor de goede samenwerking tussen Raad en College kan men
niet dankbaar genoeg zijn, want wanneer de energie zou
worden verbruikt in een nodeloze onderlinge strijd, kan
diezelfde energie niet meer beschikbaar worden gesteld
voor positieve en opbouwende arbeid. Gelukkig heerst in
de Raad de wil om bij alle verschil van inzicht, die be
staat en ook moet bestaan in een goede sfeer het beste
voor de gemeente tot stand te brengen. Het College is
daar zeer dankbaar voor en het is de Raad bekend, dat
diezelfde wil ook in het College aanwezig is.
Een begroting voor één jaar - de heer Hilhorst heeft
er op gewezen - kan niet op zichzelf worden bezien. Het
is aardig, dat de heer Hilhorst aan de vooravond van de
herdenking van tien jaar bevrijding, de ontwikkeling in
de afgelopen tien jaar naar voren heeft gebracht, De
begroting voor 1955 is gesneden uit een groter geheel,
Waarbij het gemeentebestuur zich bezint op de koers die
het vaart en op de vraag, of deze koers op grotere of
kleinere onderdelen wijziging behoeft. De begroting is
een voortborduren op het in de afgelopen jaren gevolgde
stramien. Hoewel de begroting één jaar betreft, omspant
de toelichting meer dan het jaar 1955 alleen. In de
Memorie van Toelichting - dit ook in antwoord aan de
heer Oranje - worden allerlei zaken aangeroerd, die be
paald niet in 1955 gereed zullen komen, die een langere
of kortere periode nodig zullen hebben en die voor een
gedeelte ook al begonnen zijn. Zo is reeds een aanvang
gemaakt met de riolering, waarmede in 1955 een stukje
verder wordt gegaan. Maar ook in de jaren 19 56, 1957 en
1958 is hieraan, evenals aan de woningbouw en ter zake
de aankoop van grond, nog veel te doen.
Met de opzet van het dorpshuis in Soesterberg wordt
in 1955 een begin gemaakt, maar of het in dat jaar klaar
zal komen, is nog de vraag. Zo kan de Raad nog meer uit
- de -