22 December 1954 205. dat er in 1955 een oplossing voor zal worden gevonden. De gedachten gaan uit naar het door enige gemeenten te zamen - Zeist, Soest en Baarn - doen aanstellen van een inspec- trice voor de kinderpolitie. Het zou een juriste moeten zi.jn, terwijl de gemeente zelf een assistente zou moeten aanstellen. Deze materie is in wording en de Raad moet aan deze mededeling niet te veel waarde hechten. Het is slechts een illustratie, dat het College "bezig is een oplossing te zoeken. De heer Oranje heeft er over geklaagd, dat er bij het College weinig toegankelijkheid zou zijn voor gezichtspun ten, die niet direct bij het College naar voren zijn ge komen. Spreker gelooft dit zo zonder meer niet te kunnen accepteren. Het is een psychologische kwestie, of het Col lege gesloten is voor nieuwe ideeën. De heer Oranje heeft zijn klacht geïllustreerd met de kwestie van de afschrij vingen op het Slachthuis, waarover in de vorige raadsver gadering verschil van mening heeft bestaan. Nu zou het College gecapituleerd zijn en dat ziet de heer Oranje niet graag. Spreker gelooft, dat de heer Oranje het een beetje verkeerd ziet. B&W zijn met zijn voorstel accoord gegaan, omdat er practisch niets tegen is en waarom zou den zij dan aan een wens vanuit de Raad niet voldoen? Het College heeft alleen maar bestreden, dat het gemeentebe stuur verplicht is het te doen, zoals de heer Oranje het voorstelde. Maar als het voor de Raadsleden overzichte lijker en gemakkelijker wordt, is het College bereid aan deze wens te voldoen. Wanneer er geen principiële bezwa ren tegen zijn, doet het College meer dingen om het de Raad eenvoudiger en gemakkelijker te maken, maar het is geen capituleren. Wanneer de heer Oranje het zo ziet, zou hij het het College moeilijker maken een volgende keer aan een wens van een van de Raadsleden tegemoet te komen. Het College heeft er geen prestigekwestie van gemaakt, want daaraan heeft het het land, omdat het de zaak ver troebelt Vervolgens deelt spreker in antwoord aan de heer Oranje mede, dat de gemeenten in het vaststellen van haar uitkeringen uit het gemeentefonds niet direct zijn gekend, in zoverre dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken hier omtrent geen overleg met de gemeentebesturen heeft ge pleegd, Echter hebben Gedeputeerde Staten het begrotings overzicht, zij hebben een inzicht in de financiële posi tie van de gemeente en ook in hetgeen in een gemeente als Soest moet worden gedaan. Gedeputeerde Staten kunnen be oordelen, of een riolering, zoals Soest die wenst, nood zakelijk is of dat ze even kan blijven rusten. Gedepu teerde Staten overleggen met Binnenlandse Zaken omtrent de uiteindelijke sanering van de gemeentefinanciënover de vraag dus hoeveel Soest nodig heeft uit het gemeente fonds om tot een sluitende begroting te komen. Tussen Gedeputeerde Staten en het gemeentebestuur heeft uiter aard overleg over de begroting plaats. Wanneer een be groting wordt vastgesteld, is het niet zo, dat de ge meente na verloop van zekere tijd daarop de goedkeuring van Gedeputeerde Staten krijgt, maar er is eerst enig overleg en ook bij wijziging van de begroting. Er is dus overleg tussen Gedeputeerde Staten en het gemeente bestuur en overleg - dat zich aan de blik van het - gemeentebestuur -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 470