28 December 1954 -- 240. offers gebracht om de belangen, die zij bij de gemeente be pleit, te behartigen» In het algemeen spreekt er uit het schrijven van de Fabrikantenkring een geest van bereidheid om met de gemeente samen te werken. Dat verdient waardering zon der bijmengsels. Daarom stelt spreker de Raad voor deze gehele passage te vervangen doort Het verheugt de Raad te kunnen mede delen, dat voorbereidingen voor een wijkhuis in Soesterberg zijn getroffen. Ook in het overige gedeelte van de gemeente wordt aandacht aan dit vraagstuk gegeven. Komende tot de gemeentelijke badinrichting en overdekte zweminrichting vraagt spreker zich af, of het inderdaad het standpunt van de Raad is, dat de stichting van een badinrich ting afhankelijk dient te worden gesteld van het particuliere initiatief, zoals het College van oordeel is. Is dat inderdaad zo, dan kan spreker met dit gedeelte van het prae-advies vrede hebben, maar het lijkt hem nodig, dat de Raad zichhlerover eerst uitspreekt. Persoonlijk stelt hij zich op het standpunt, dat Soest nog een voldoende aantal huizen zonder eigen badge legenheid telt, om de bestudering van de mogelijkheid van een gemeentelijke badinrichting verantwoord te doen zijn. Kan de Raad zich hiermede verenigen, dan kan mededeling van dit stand punt ook het antwoord aan de Fabrikantenkring zijn. Spreker wijst er op, dat op een na en op twee na laatste alinea van het prae-advies buiten de beantwoording van het a- dres van de Soester Fabrikantenkring vallen en dus buiten dit antwoord kunnen blijven. Mevrouw POLET-Musler zegt, dat het haar bij het lezen van de brief van de Fabrikantenkring was, alsof zij haar fractie van de laatste jaren hoorde spreken. Een van de grootste wen sen dezer fractie was een badhuis, een wens die om de kosten een beetje is achtergesteld en ook omdat ernstig wordt overwo gen aan de behoefte aan badgelegenheid op andere wijze tege moet te komen» Spreekster zou het een aardige geste hebben ge vonden, indien het College enige tips had gegeven omtrent de wijze, waarop het deze kwestie denkt op te lossen. Vijf en twintig jaar geleden was een badhuis het summum dat bereikt kon worden. Op het ogenblik is het voorschrift, in iedere ar beiderswoning een douchecel te bouwen en daar steeds meer oude woningen door nieuwe worden vervangen, is het begrijpelijk, dat het thans geen geschikt moment is om een badhuis te bouwen. Dit neemt niet weg, dat een groot aantal huizen geen badgele genheid heeft, maar misschien kan daarvoor een andere oplos sing worden gevonden. Spreekster zou het zeer op prijs stellen, indien B&W dit op de een of andere wijze in hun antwoord zou den kunnen opnemen. De redactie van de mededeling laat zij lie ver aan het College over. De P.v.d.A.-fractie heeft ook steeds gewezen op de behoefte aan wijkhuizen en dat niet alleen ter wille van de arbeids vreugde in de industrie, maar in het algemeen als een bron van menselijk geluk, waarvan niemand mag worden uitgesloten. De baldadigheid van de jeugd, het gebrek aan burgerzin bij de ou deren en het niet kunnen aarden in een nieuwe omgeving worden in verschillende gemeenten opgevangen door wijkwerk, dat zich groepeert om een wijkgebouw, ook voor degenen die niet in de industrie werken. Het is prettig, dat het van deze zijde onder streept is, maar het is niet een kwestie, die alleen de Fabri kantenkring aangaat. Vaak wordt gezegd, dat gemeentebestuurders vele kostbare voorzieningen wensen zonder rekening te houden met de belasting betalers. Zonder de belangrijkheid van de gevraagde - voorzieningen -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 540